-
Met UP/ DOWN (keuzewiel) kunt u het
weerstandsniveau aanpassen.
-
Het belastingsniveau wordt in het venster LEVEL
weergegeven (fig. F-11)
-
Het belastingsniveau wordt enkele seconden in het
venster LOAD weergegeven, daarna wordt weer
het aantal watt weergegeven.
Modus Beginner (fig. P1~P4)
-
Selecteer met het UP/ DOWN (keuzewiel) het
workoutprogramma, kies de modus BEGINNER en
druk op de modustoets om de volgende instelling
voor de modus ADVANCE in te voeren.
-
Selecteer met UP/ DOWN (keuzewiel) BEGINNER-
programma 1~4 (fig. -12) en druk op MODE om uw
keuze te bevestigen.
-
Met UP/ DOWN (keuzewiel) kunt u de tijd instellen;
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Druk op de toets START/STOP om uw workout te
beginnen
-
Met UP/ DOWN (keuzewiel) kunt u het
weerstandsniveau aanpassen. Het belastingsniveau
wordt in het venster LEVEL weergegeven (fig. -11)
Modus Advance (fig. P5~P8)
-
Selecteer met het UP/ DOWN (keuzewiel) het
workoutprogramma, kies de modus ADVANCE en
druk op de modustoets om de volgende instelling
voor de modus ADVANCE in te voeren.
-
Selecteer met UP/ DOWN (keuzewiel) ADVANCE-
programma 1~4 (fig. -13) en druk op MODE om uw
keuze te bevestigen.
-
Met UP/ DOWN (keuzewiel) kunt u de tijd instellen;
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Druk op de toets START/STOP om uw workout te
beginnen
-
Met UP/ DOWN (keuzewiel) kunt u het
weerstandsniveau aanpassen. Het belastingsniveau
wordt in het venster LEVEL weergegeven (fig. -11)
Modus Sporty (fig. P9~P12)
-
Selecteer met het UP/ DOWN (keuzewiel) het
workoutprogramma, kies de modus SPORTY en
druk op de modustoets om de volgende instelling
voor de modus SPORTY in te voeren.
-
Selecteer met UP/ DOWN (keuzewiel) SPORTY-
programma 1~4 (fig. -14) en druk op MODE om uw
keuze te bevestigen.
-
Met UP/ DOWN (keuzewiel) kunt u de tijd instellen;
druk op MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Druk op de toets START/STOP om uw workout te
beginnen
-
Met UP/ DOWN (keuzewiel) kunt u het
weerstandsniveau aanpassen. Het belastingsniveau
wordt in het venster LEVEL weergegeven (fig. -11)
Modus Cardio.
-
Selecteer met UP/ DOWN (keuzewiel) het
workoutprogramma, kies de modus H.R.C. en druk
op de modustoets om de volgende instelling voor
de modus CARDIO in te voeren.
-
Stel met UP/ DOWN (keuzewiel) uw leeftijd in ( fig.
- 15)
-
Selecteer met UP/ DOWN (keuzewiel) 55% ( fig.
- 16), 75%, 90% of TAG in (Doel H.R. _ Standaard
100)
-
Stel met UP/ DOWN (keuzewiel) de tijd in; druk op
MODE om uw keuze te bevestigen.
-
Druk op de toets START/STOP om uw workout te
beginnen
-
Met RESET keert u terug naar het hoofdmenu.
Modus Watt
-
Selecteer met het UP/ DOWN (keuzewiel) het
workoutprogramma, kies de modus WATT en
druk op de toets MODEENTER om de volgende
instelling voor de modus WATT in te voeren.
-
Stel met UP/ DOWN (keuzewiel) het doel in.
(standaard: 120 Watt, Fig. F-18)
-
Stel met UP/ DOWN (keuzewiel) de tijd in.
-
Druk op de toets START/STOP om de workout te
beginnen.
U kunt met UP/ DOWN (keuzewiel) het watt-doel
aanpassen.
-
Druk op de toets START/STOP om de workout te
pauzeren.
-
Met RESET keert u terug naar het hoofdmenu.
Recovery
-
De toets RECOVERY werkt alleen als een hartslag
wordt geregistreerd.
-
Bij TIME wordt '0:60' (seconden) weergegeven; er
wordt terug geteld naar 0. (fig. F-19)
-
Na het aftellen om de status van het hartslagherstel
te testen, wordt op de computer F1 tot en met
F6 weergegeven (fig. F20). De gebruiker kan het
hartslagherstelniveau vinden in de onderstaande
tabel.
-
Druk opnieuw op de toets RECOVERY om terug te
keren naar het begin.
F1
Voortreffelijk
F2
Uitstekend
F3
Goed
F4
Normaal
F5
Onder het gemiddelde
F6
Slecht
5 3
Nederlands