2.Trek de hoofdbanden over het hoofd en
haak de bandenclip weer vast.
3.Positioneer het masker op uw gezicht zoals
getoond in afbeelding B.
Aanwijzing:
Wanneer u de JOYCE Full Face
vented gebruikt, let er dan op dat de kin-
steun correct zit, d.w.z. dat hij helemaal
om uw kin sluit. Anders kan het masker
bij bewegingen verschuiven.
4.Stel de hoofd- en nekband van de
hoofdbanden zodanig in dat het masker
dicht maar niet te strak op het gezicht zit.
De hoofdbanden HEADstrap bieden
hiertoe de volgende mogelijkheden (zie
ook "Overzicht" in het bijgevoegde
vouwblad):
– Grove instelling: sleuf "a" of "b" van de
hoofdbanden.
– Fijne instelling: vier klittenbanden.
5. Stel, indien noodzakelijk, de hoofdsteun
van het ademmasker opnieuw in.
3.3 Uitademsysteem (afb. H)
vented-varianten
De vented-varianten (alle maskerdelen
transparant) beschikt over een zogenaamd
geïntegreerd uitademsysteem: borgring en
maskereenheid zijn zodanig gevormd dat er
tussen deze delen een spleet ontstaat. Door
deze spleet kan de uitgeademde lucht
ontwijken. De speciale geometrie van deze
onderdelen garandeert dat de spleet bij het
opsteken van de borgring niet kan worden
gesloten. Sluit geen extern uitademsysteem aan
omdat de therapiedruk anders niet bereikt
wordt.
non vented-varianten
Waarschuwing!
De non vented-varianten (borgring, hoek en
draaihulsring in het blauw) beschikken niet over
een eigen uitademsysteem. Zij mogen uitslui-
tend in combinatie met therapieapparaten
worden gebruikt, die over een actief uitadem-
ventiel beschikken! Bij uitval van het therapie-
apparaat bestaat anders gevaar van CO
terugademing en verstikken.
De non vented-varianten mogen nooit in
combinatie met een extern uitademsysteem
(zoals de Silentflow2) worden gebruikt. Anders
is de veiligheidsfunctie bij uitval van het
plus
apparaat niet gewaarborgd. Let ook op de
gebruiksaanwijzing van uw therapieapparaat.
3.4 Anti-asfyxieventiel (afb. G)
Waarschuwing!
Alleen de vented-varianten zijn uitgerust met
een anti-asfyxieventiel. Controleer voor elk
gebruik, dat dit ventiel correct functioneert (zie
paragraaf 5 "Functiecontrole"), anders bestaat
er verstikkingsgevaar!
Veiligheidsfunctie van het anti-asfyxieventiel
Het anti-asfyxieventiel beschikt over een
atmosfeeropening waardoor de patiënt bij
uitval van het therapieapparaat ruimtelucht kan
inademen. Hierdoor wordt het risico van CO
terugademing en zodoende ook het
verstikkingsgevaar duidelijk gereduceerd.
In het binnenste van het ventiel bevindt zich een
menbraam dat twee posities kan aannemen:
•Zolang het therapieapparaat in werking is,
wordt de membraam door de flow voor de
atmosfeeropening gedrukt en sluit deze
volledig af. De patiënt ademt via het
therapieapparaat.
•Bij uitval van het therapieapparaat of
wanneer het apparaat niet aangesloten is,
bevindt de membraam zich in de rustpositie,
d.w.z. de atmosfeeropening is vrij. De
patiënt ademt hierdoor ruimtelucht.
Voorzichtig!
Het anti-asyxieventiel is een zeer gevoelige
component. Behandel het steeds zeer
zorgvuldig.
3.5 Maskeronderdelen met gelvulling
Bij de JOYCE Full Face GEL vented en de
JOYCE Full Face GEL non vented beschikken
de voorhoofdvoering en de maskervoering
standaard over een gelvulling. De gel voor-
hoofdvoering en gel maskervoering zijn ook
-
2
-
2
39