Anleitung_BG_PM_46_1_S_SPK2:_
ervan. Hou de grasuitworp weg van de weg.
8. Vermijdt plaatsen waar de wielen geen grip meer
hebben of het maaien onveilig is. Voordat u
achteruit gaat dient u er zich van te vergewissen
dat geen kleine kinderen achter u zijn.
9. In dicht hoog gras gebruikt u de hoogste
maaistand en maait u trager. Voordat u gras of
andere verstoppingen verwijdert zet u de motor
af en neemt u de ontstekingskabel los.
10. Verwijder nooit onderdelen die de veiligheid
dienen.
11. Giet nooit benzine in de tank als de motor nog
warm is of draait.
6.4 Leegmaken van de opvangzak
Zodra tijdens het maaien grasresten blijven liggen,
moet de opvangzak leeg worden gemaakt.
Let op! Vóór het afnemen van de opvangzak de
motor afzetten en wachten tot het
maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak af te nemen tilt u met één hand de
uitlaatklep op en met de andere hand neemt u de
opvangzak aan het handvat uit (Fig. 14).
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften valt de
uitlaatklep bij het afnemen van de opvangzak dicht
en sluit de achterste uitwerpopening. Als daarbij
grasresten in de opening blijven hangen, trekt u de
maaier best ongeveer 1 m terug om het starten van
de motor te vergemakkelijken.
Grasresten in het koetswerk van de maaier en op het
werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen maar met de gepaste hulpmiddelen, b.v.
borstel of handveger.
Om een goed opraapresultaat te bereiken dienen de
opvangzak en vooral het net na gebruik van binnen
te worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken als de motor afgezet is
en het maaigereedschap stilstaat.
Uitwerpklep met één hand optillen en met de andere
hand de opvangzak aan het handvat vasthouden en
van boven vasthaken.
6.5 Na het maaien
1. De motor steeds laten afkoelen voordat u de
maaier in een gesloten ruimte opbergt.
2. Verwijder voor het opbergen gras, loof, smeer en
olie. Leg geen andere voorwerpen op de maaier.
3. Controleer alle schroeven en moeren voordat u
de maaier opnieuw gebruikt. Los gekomen
schroeven moeten worden aangehaald.
4. Verwijder de opvangzak voordat u de maaier
opnieuw gebruikt.
13.03.2012
13:11 Uhr
Seite 55
5. Trek er de stekker van de ontstekingskabel af
om ongeoorloofd gebruik te voorkomen.
6. Let er op dat de maaier niet naast een
gevarenbron wordt opgeborgen. Gaswolken
kunnen leiden tot ontploffingen.
7. Enkel originele onderdelen of door de fabrikant
goedgekeurde onderdelen mogen bij
herstellingen worden gebruikt (zie adres op het
garantiebewijs).
8. Als de maaier een tijdje niet wordt gebruikt, dient
u de benzinetank te ledigen m.b.v. een
benzinezuigpomp.
9. Draag kinderen op, de maaier niet te gebruiken.
Het is geen speelgoed.
10. Bewaar nooit benzine in de buurt van een
vonkenbron. Gebruik altijd een goedgekeurde
jerrycan. Hou kinderen weg van benzine.
11. Olie en onderhoudt het toestel.
12. Hoe u de motor afzet:
Om de motor af te zetten laat u de motorstart-
/stophendel los (fig. 10/pos. A). Draai de
bezinekraan dicht en trek de stekker van de
ontstekingskabel van de bougie af om te
voorkomen dat de motor start. Controleer vóór
het herstarten de trekkabel van de motorrem.
Controleer of de trekkabel correct gemonteerd is.
Een geknikte of beschadigde afzetkabel moet
worden vervangen.
7. Reiniging, onderhoud, opbergen,
transport en bestellen van
wisselstukken
Let op:
Werk nooit aan onderdelen van het
ontstekingssysteem waarop spanning staat en raak
deze nooit terwijl de motor draait. Trek vóór alle
onderhoudswerkzaamheden de stekker van de
ontstekingskabel van de bougie af. Voer nooit om
het even welke werkzaamheden op het draaiende
toestel uit. Werkzaamheden die niet in deze
handleiding beschreven zijn mogen enkel door een
geautoriseerde vakwerkplaats worden uitgevoerd.
7.1. Maaier schoonmaken
De maaier moet na elk gebruik grondig worden
schoongemaakt. Vooral de onderkant en de
meskooi. Te dien einde kantelt u de grasmaaier naar
de linkerkant (overkant van het olievulpijp).
Aanwijzing: Voordat u de grasmaaier kantelt moet u
de brandstoftank volledig leegmaken m.b.v. een
benzinezuigpomp. De maaier mag met niet meer dan
90 graden worden gekanteld. Vuil en gras verwijdert
u best onmiddellijk na het maaien. Vastgekoekte
NL
55