Aansluitingen Van De Verwarmingsaanvoer En -Retour Uitlijnen - Daikin Altherma EHS04P30B Instructions D'installation Et D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 164
4
x
Montage en installatie
Alleen Daikin Altherma EHS(X/H)B...
LET OP!
Als er op de warmtewisselaar voor het
vullen van de boiler van het onder druk
staande zonne-energiesysteem
(afb. 4-1 / afb. 4-2, pos. 8+9) een extern
verwarmingsapparaat (vb. houtketel)
wordt aangesloten, kan door een te hoge
aanvoertemperatuur aan deze aanslui-
tingen de Daikin Altherma EHS(X/H)B...
beschadigd of vernietigd worden.
De aanvoertemperatuur van het
externe verwarmingsapparaat op
max. 95 °C begrenzen.
Volgens EN 12828 moet een veiligheidsventiel op de,
of in de onmiddellijke omgeving van de warmtegenera-
tor worden gemonteerd, waarmee de maximale toege-
stane bedrijfsdruk in de CV-installatie kan worden
begrensd. Tussen warmtegenerator en veiligheidsven-
tiel mag zich geen hydraulische vergrendeling bevin-
den.
Eventueel uitstromende damp of of eventueel uitstro-
mend verwarmingswater moet via een geschikte, met
permanente hellingen uitgevoerde aflaatleiding vorst-
bestendig, gevaarloos en waarneembaar kunnen wor-
den afgevoerd.
Op de Daikin Altherma EHS(X/H) moet een membraan-
expansievat met voldoende afmetingen en voor de CV-
installatie vooraf ingesteld membraanexpansievat wor-
den aangesloten. Tussen warmtegenerator en mem-
braanexpansievat mag zich geen hydraulische ver-
grendeling bevinden.
Daikin beveelt voor de vulling van de verwarmingsin-
stallatie aan om een mechanische manometer in te
bouwen.
Voor drinkwaterleidingen de bepalingen van EN 806 en
DIN 1988 in acht nemen.
Daikin Altherma EHS(X/H) Vlakbij de plaats van gebruik
installeren, zodat geen circulatieleiding nodig is. Als deson-
danks een circulatieleiding nodig is, moet deze overeen-
komstig het schema in hoofdstuk 9 "Hydraulische systeem-
koppeling" geïnstalleerd worden.
Installatie- en bedieningshandleiding
22
4.4.1 Aansluitingen van de verwarmingsaanvoer en -
retour uitlijnen
De aansluitingen van de verwarmingsaanvoer en -retour kunnen
naar boven of naar achter uit het apparaat worden gevoerd, om
het optimaal aan te passen aan de bouwgegevens van de in-
bouwplaats.
Het apparaat wordt standaard met naar boven uitgelijnde aan-
sluitingen geleverd. Om de aansluitingen achteraan uit het ap-
paraat te voeren, zijn de volgende ombouwstappen nodig:
Afdekkap en bovenste warmte-isolatie afnemen
(zie hoofdstuk 4.3).
Afb. 4-10 Aansluitingen verwarmingsaanvoer en -retour naar boven uit-
gericht
Beide steekbeugels van de aansluitkoppelingen (afb. 4-10,
pos. C) aftrekken.
Beide aansluitkoppelingen (afb. 4-10, pos. B) aftrekken.
LET OP!
Bij werkzaamheden aan de hydraulica
moet er op de montagepositie van de
O-ringen worden gelet om beschadi-
gingen van de O-ringen en de bijbeho-
rende lekken te vermijden.
O-ringen na de demontage resp. voor
de montage van een insteekver-
binding altijd op het onderdeel
plaatsen dat ingestoken moet
worden.
De aansluiting van de verwarmings-
leidingen met de insteekverbindingen
moet spanningsvrij zijn. Met name bij
de aansluiting met flexibele leidingen
(niet open voor diffusie!) moet er voor
een geschikte trekontlasting worden
gezorgd.
Daikin Altherma EHS(X/H)
Daikin Altherma integrated solar unit
008.1441399_02 – 01/2021 – NL

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières