7.. FUNCTIE STAAF IN OPEN STAND
Met deze functie, al dan niet in combinatie met de batterijen-kit, zijn de volgende gedragingen van de staaf mogelijk:
z
-
onder bAtterijen
kit
Dipschakelaar 4=OFF: Als de netspanning ontbreekt, blijft de staaf in dezelfde positie staan. Als de netspanning
wordt hersteld, geeft de besturingseenheid na 2 seconden automatisch het commando voor het sluiten van de
staaf, die daarna gereed is om normaal te werken.
Dipschakelaar 4=ON: Als de netspanning ontbreekt, blijft de staaf in dezelfde positie staan. Als de netspanning
wordt hersteld, moet een impuls worden gegeven om ervoor te zorgen dat de besturingseenheid de normale
werking hervat.
m
-
et bAtterijen
kit
Dipschakelaar 4=OFF: Als de netvoeding ontbreekt, blijft de staaf normaal functioneren. Iedere keer als hij open
gaat, knippert de waarschuwingslamp maximaal 30 seconden lang met een interval van 3 seconden, om
aan te geven dat de slagboom wordt gevoed door batterijen. Als de netspanning wordt hersteld, hervat het
automatisch systeem de normale werking.
Het aantal cycli dat het automatisch systeem op batterijen kan uitvoeren hangt af van hoe ver de
batterijen zijn opgeladen, van hoe lang de netvoeding al is uitgeschakeld, van de conditie van het
automatisch systeem, van de buitentemperatuur enz...
Dipschakelaar 4=ON: Als de netvoeding ontbreekt, opent het automatisch systeem de staaf automatisch, en laat
hij hem in de verticale stand staan terwijl hij alle commando's deactiveert. Als de netspanning wordt hersteld,
voert het automatisch systeem, als een automatische logica is gekozen, automatisch een sluitingsmanoeuvre
uit, waarna hij gereed is voor de normale werking. Met de handbediende logica wacht het automatisch
systeem op een impuls om de normale werking te hervatten.
8. OPSLAG IN GEHEUGEN RADIOCODERING
De apparatuur is voorzien van een geïntegreerd decoderingssysteem met twee kanalen (DS, SLH, LC/RC),
OMNIDEC genaamd. Met dit systeem kan zowel het OPEN-commando als het OPEN/CLOSE-commando in het
geheugen worden opgeslagen.
• De 3 types radiocodificatie (DS, SLH, LC/RC) kunnen niet naast elkaar bestaan. Er kan slechts één
radiocodering per keer worden gebruikt. Om van één codering naar een andere over te schakelen moet
de bestaande worden gewist (zie paragraaf 8.3), de programmering worden herhaald.
• De ontvangermodule mag er uitsluitend in worden geplaatst en eventueel worden verwijderd na de
spanning naar de kaart te hebben uitgeschakeld.
• De ontvangermodule kan op slechts één positie erin worden gezet. Oriënteer de module correct, zonder
hem te forceren.
8.. Opslaan van radioafstandsbedieningen DS
Er kunnen max. 2 codes in het geheugen worden opgeslagen. Eén op kanaal OPEN en één op kanaal OPEN/
CLOSE.
1.
Kies op de DS-afstandsbediening de gewenste combinatie ON - OFF van de 12 dipschakelaars.
2.
Druk op de besturingseenheid op de knop van het kanaal dat u wenst op te slaan, P2 voor het kanaal OPEN of
P3 voor het kanaal OPEN/CLOSE.
3.
De bijbehorende led op de besturingseenheid begint te knipperen, laat de knop los.
4.
Druk op de radioafstandsbediening op de knop waarmee u het gekozen kanaal wilt combineren.
5.
De led op de besturingseenheid brandt ongeveer een seconde lang, waarmee wordt aangegeven dat de
afstandsbediening is opgeslagen, om vervolgens weer te gaan knipperen.
6.
Om verdere afstandsbedieningen in het geheugen op te slaan moet dezelfde combinatie ON – OFF worden
ingesteld als die bij punt 1 is gebruikt.
8.2. Opslaan van radioafstandsbedieningen SLH
Er kunnen maximaal 250 codes worden opgeslagen, verdeeld over de twee kanalen, OPEN en OPEN/CLOSE.
1.
Druk op de in het geheugen opgeslagen radioafstandsbediening tegelijkertijd de knoppen P1 en P2 in en houd
ze ingedrukt (zie instructies radioafstandsbediening).
2.
Na ongeveer een seconde begint de led van de afstandsbediening te knipperen.
3.
Laat beide knoppen los.
4.
Druk op de knop P2 of P3 op de kaart, en houd hem ingedrukt, om respectievelijk het kanaal OPEN of OPEN/
CLOSE in het geheugen op te slaan. De bijbehorende led begint te knipperen.
5.
Druk tegelijkertijd op de knop van de radioafstandsbediening waarmee u het gekozen commando wilt
combineren.
6.
Controleer of de led voor het commando dat in het geheugen wordt opgeslagen (DL6 voor het kanaal OPEN
of DL7 voor het kanaal OPEN/CLOSE) een aantal seconden blijft branden, ter bevestiging dat het commando
correct is opgeslagen.
7.
Om het programmeren te beëindigen moet de knop van de in het geheugen opgeslagen afstandsbediening
twee keer kort achter elkaar worden ingedrukt.
Het automatisch systeem zal een openingsmanoeuvre uitvoeren, controleer of er zich geen obstakels binnen
de actieradius bevinden.
8.
Om het andere kanaal in het geheugen op te slaan, moet de hele procedure vanaf punt 1 worden herhaald.
Om verdere radioafstandsbedieningen toe te voegen, moet de code van de knop van de in het geheugen
opgeslagen afstandsbediening worden overgezet op de toe te voegen afstandsbedieningen, door de
56