14. GeeN handen of voeten onder de stoomreiniger
plaatsen. Onderdelen worden zeer heet.
15. aLLeeN gebruiken op platte, horizontale oppervlakken.
Niet gebruiken op muren, aanrechten of ruiten.
16. Niet gebruiken op leer, met was behandelde meubels
of vloeren, synthetische stoffen, fluweel of andere ,
tere, stoomgevoelige materialen.
17. Vloeistof of stoom niet richten op apparatuur die
elektrische onderdelen bevat, zoals de binnenkant van
een oven.
18. GeeN schoonmaakmiddelen, parfums, oliën of andere
chemicaliën toevoegen aan het water dat u in het
apparaat gebruikt. Dit kan schade veroorzaken aan
het apparaat of het apparaat onveilig maken. Wanneer
u in een regio woont met hard water, raden wij u aan
gedestilleerd water te gebruiken in uw stoomreiniger.
19. Tijdens gebruik het apparaat NOOit op één zij
kantelen. riCht De StOOm NOOit reChtStreekS
OP meNSeN, DiereN OF PLaNteN.
20. De StOOmreiNiGer NOOit VOOr LaNGere
tiJD OP ÉÉN PLek LateN StaaN, OP Wat VOOr
OPPerVLak DaN OOk, aLS De StOOmhOeS
BeVeStiGD iS. Dit BeSChaDiGt UW VLOer.
21. Verwijder de stoomhoes direct nadat u de stekker uit
het stopcontact hebt gehaald en de stoomreiniger is
afgekoeld.
22. Haal wanneer u de stoomreiniger gaat reinigen eerst de
stekker uit het stopcontact en reinig met een droge of
vochtige doek. Schenk geen water over het apparaat en
gebruik geen alcohol, benzine of verfverdunner op het
apparaat.
23. Wees extra voorzichtig wanneer u dit apparaat gebruikt
voor het reinigen van traptreden.
24. Gebruik de stoomreiniger nooit zonder dat de
stoomhoes is bevestigd.
25. Zorg voor een goed verlichte werkomgeving.
26. Bewaar de stoomreiniger binnenshuis op een koele,
droge plaats.
27. Gebruik, om het netwerk niet te overbelasten, geen
andere apparaten op hetzelfde stopcontact (circuit) als
de stoomreiniger.
28. Gebruik, als een verlengsnoer echt nodig is, een geaard
snoer van ten minste 15 ampère. Snoeren met een
lagere belastbaarheid kunnen oververhit raken. Leg het
snoer zo neer dat er niet aan getrokken kan worden en
niermand erover kan struikelen.
29. Laat het apparaat Niet onbeheerd achter wanneer
de stekker in het stopcontact zit. Schakel voordat
u de stekker uit het stopcontact haalt eerst alle
bedieningsonderdelen uit.
30. Niet opbergen wanneer de natte of vochtige
stoomhoes nog bevestigd is. Laat de stoomreiniger
nooit voor langere tijd met een natte of vochtige
stoomhoes op één plaats staan. Dit beschadigt uw
vloer.
31. Altijd de stekker uit het stopcontact halen en wachten
totdat de stoomreiniger is afgekoeld voordat u het
mophoofd verwijdert of verwisselt.
32. Zorg ervoor dat de dop van het waterreservoir goed
afgesloten is wanneer u het apparaat gebruikt.
WaarSChUWiNG:
bedoeld om harde vloeroppervlakken te reinigen die
hittebestendig zijn. Niet gebruiken op onbehandelde
houten vloeren of ongeglazuurde tegels. Op
vloeroppervlakken die behandeld zijn met was en bij
sommige onbehandelde vloeren kan als gevolg van de
hitte en de stoom de glans verdwijnen. Wij adviseren u
om altijd vooraf een test te doen op een onopvallende
plek. Wij raden u bovendien aan om de gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen van de fabrikant van de vloer
na te lezen.
BeWaar DeZe
iNStrUCtieS
NL
Uw stoomreiniger is
3