Télécharger Imprimer la page

Cisco Systems Linksys WRT150N Mode D'emploi page 692

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 411
Wireless-N home-router
RADIUS (Remote Authentication Dial-In User Service) - Een protocol waarbij een verificatieserver wordt gebruikt
om netwerktoegang te regelen.
RJ-45 (Registered Jack-45) - Een Ethernet-aansluiting die maximaal acht draden kan bevatten.
Roaming - De mogelijkheid om een draadloos apparaat uit het bereik van een toegangspunt binnen het bereik
van een ander toegangspunt te brengen zonder dat de verbinding wordt verbroken.
Router - Een netwerkapparaat waarmee meerdere netwerken met elkaar worden verbonden.
Server - Een computer die in een netwerk fungeert om gebruikers toegang te verlenen tot bestanden, afdrukken,
communicatie en andere diensten.
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) - Het standaard-e-mailprotocol op internet.
SNMP (Simple Network Management Protocol) - Een veelgebruikt protocol voor netwerkbewaking en -besturing.
SPI-firewall (Stateful Packet Inspection) - Een technologie die binnenkomende gegevenspakketten inspecteert
voordat deze toegang krijgen tot het netwerk.
SSID (Service Set IDentifier) - De naam van uw draadloze netwerk.
Standaardgateway - Een apparaat waarmee internetverkeer vanaf het lokale netwerk wordt doorgestuurd.
Statische routing - Het doorsturen van gegevens in een netwerk via een vast pad.
Subnetmasker - Een adrescode waarmee de grootte van het netwerk wordt bepaald.
Switch - 1. Een gegevensswitch waarmee computerapparatuur met hostcomputers wordt verbonden, zodat een
groot aantal apparaten een beperkt aantal poorten kan gebruiken. 2. Een apparaat voor het tot stand brengen,
verbreken of wijzigen van de verbindingen in een elektrisch circuit.
TCP (Transmission Control Protocol) - Een netwerkprotocol voor het verzenden van gegevens waarvoor
bevestiging door de ontvanger van de verzonden gegevens is vereist.
TCP/IP (Transmission Control Protocol/Internet Protocol) - Een verzameling instructies die door computers wordt
gebruikt om via een netwerk te communiceren.
Telnet - Een gebruikersopdracht en TCP/IP-protocol voor toegang tot externe computers.
TFTP (Trivial File Transfer Protocol) - Een versie van het TCP/IP-FTP-protocol zonder map- of
wachtwoordmogelijkheden.
Bijlage F: Verklarende woordenlijst
75

Publicité

loading