• Verzeker u de instructies te lezen en volledig te hebben verstaan vooraleer u de BABYDRAGER
gebruikt.
• Vóór elk gebruik moet de BABY DRAGER optimaal aan de grootte van de baby worden ingesteld.
• De BABYDRAGER is slechts te gebruiken door volwassene. Een beschadigde BABYDRAGER mag
NIET worden gebruikt!
• Controleer altijd dat alle gespen, lussen, riemen, knoppen en clips veilig zijn vastgemaakt en in een
perfect functionerende conditie zijn; gebruik de drager NIET als dit niet het geval is of als er twijfels zijn.
• Verzeker u altijd dat er voldoende plaats rond het hoofd is om een goede luchtstroming te garanderen.
• Kleed uw baby niet te warm en controleer regelmatig dat er een comfortabele temperatuur wordt
bijgehouden.
• Maak de buikriem nooit los als de baby in de drager is.
VOORBEREIDING:
I. Positioneer de buikriem rond uw buik/heupen, sluit de gesp en stel de lengte in tot het goed zit.
Verzeker u dat het mannelijk deel van de gesp altijd door de elastische veiligheidslus loopt voordat u
de gesp sluit.
Ia. Bij het sluiten van de gesp aan de buikriem drukt u totdat u een luide "CLICK" hoort.
II. Hoogte instellen: de buikriem functioneert ook als een hoogte instellings-systeem. (a) Om kleinere
kinderen te dragen moet de riem rond de buik worden geplaatst, waardoor het kindje verhoogd zit. (b)
Voor grotere kinderen moet de belt rond de heupen worden geplaatst. Het kind zit op de juiste hoogte
als de volwassene het hoofd van het kindje kan kussen; de positie van het kind moet desbetreffend
worden ingesteld.
III. Verbindingsriem: (a) Voor het eenvoudig gebruik kan de verbindingsriem op de schouderbanden in
lengte en hoogte worden ingesteld. (b) Het kan worden vastgemaakt over de borst of op de rug.
IV. Breedte instellen: Verstel de schouderriemen totdat ze comfortabel zitten voor uzelf en uw baby.
Als de breedte wordt gewijzigd, moet ook de rugsteun van uw kindje worden ingesteld. Steek het
overschot van de riem in de lussen.
VERZEKER U DAT HET KINDJE EEN BOLLE RUG HEEFT ALS HET IN DE DRAGER ZIT EN MAAK
DAAROM DE SCHOUDERBANDEN NIET TE STRAK VAST.
FRONT POSITIE MET HET GEZICHT NAAR DE OUDER TOE EN BABY INSERT
(3.5 KG – CA. 6 KG):
1. Sluit de buikriem zoals omschreven onder "Voorbereiding". Leg de buikriem over uw rug en verstel de
lengte van de schouderbanden. Ga op een stoel zitten en spreidt het rugdeel van de drager over uw
schoot. Ontvouw de baby insert.
WAARSCHUWING:
DE GESP MOET ALTIJD DOOR DE ELASTISCHE VEILIGHEIDSLUS GAAN EN OP DE
GEWATTEERDE BASIS WORDEN GEPOSITIONEERD.
2. Plaats uw kind met zijn rug tegen de binnenkant van de carrier. De bovenste rand van de carrier moet
zich op dezelfde hoogte als de nek van uw kind bevinden, zo nodig kunt u de hoofdsteun gebruiken.
3. Trek de baby insert net als een luier tussen de licht opgetrokken benen van uw kindje.
4. Sluit de noppen en verzeker dat de voeten van het kindje zich niet in de buikriem vervangen.
29