•
Afhankelijk van de specificaties van het apparaat is de toegang tot
bepaalde functies mogelijk beperkt.
•
In de achterkant van het apparaat is een NFC-antenne ingebouwd.
Zorg ervoor dat de NFC-antenne niet beschadigd raakt.
•
Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat en ga er niet op
zitten omdat u hierdoor het scherm kunt beschadigen.
•
Een beschermingsfolie voor het scherm of accessoires kunnen de
werking van de nabijheidssensor hinderen.
•
Als het apparaat nat is of in een vochtige omgeving wordt gebruikt,
werken de aanraaksensor of knoppen mogelijk niet naar behoren.
Telefoon in- en uitschakelen
Telefoon inschakelen
Als de telefoon is uitgeschakeld, houdt u de knop Aan/Uit/
Vergrendelen ingedrukt.
•
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt ingeschakeld, vindt de
initiële configuratie plaats. De eerste opstart van de smartphone
duurt mogelijk langer dan gewoonlijk.
Telefoon uitschakelen
Houd de knop Aan/Uit/Vergrendelen ingedrukt en selecteer dan
Uitschakelen.
Opties voor telefoonstatus
Houd uw vinger op de knop Aan/Uit/Vergrendelen en selecteer een
optie.
•
Uitschakelen: schakel het apparaat uit.
•
Opnieuw opstarten: start het apparaat opnieuw op.
Basisfuncties
27