vergrendelingsarmen groen kleurt als teken dat ze veilig bevestigd zijn.
NL
PAS OP: Controleer na de ISOFIX-installatie of het verbeterde kinderbeveiligingssysteem
goed vastzit. Als het verbeterde kinderbeveiligingssysteem niet stabiel is en kan bewegen,
installeer het dan opnieuw.
4.
Trek de steunpoot uit en stel deze in op de maximale hoek.
5.
Stel de lengte van de steunpoot zo in dat deze volledig contact heeft met de grond
van het voertuig. De indicator kleurt groen.
6.
Selecteer een voorwaartse positie van 1 tot 4 (rood).
KLIK
OPMERKING: Test door aan het verbeterde kinderbeveiligingssysteem te trekken om er
zeker van te zijn dat het vergrendeld is.
HET KIND BEVESTIGEN
WAARSCHUWING: Als uw kind niet correct is bevestigd in het verbeterde
kinderbeveiligingssysteem kan het tijdens een botsing door het voertuig worden geslingerd,
wat kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
1.
Spreid de riemen van de vijfpuntsgordel open.
2.
Plaats uw kind in een zittende positie in het verbeterde kinderbeveiligingssysteem.
3.
Het kind moet plat op het kinderzitje zitten met de rug tegen de rugleuning, zonder
dat er ruimte is achter het kind. Laat uw kind niet naar voor hangen. Steek de armen
van het kind voorzichtig door de lussen van de vijfpuntsgordel.
4.
Bevestig de sluittip in de sluiting. Controleer of de schouderriemen op de juiste hoogte
zitten. De riemen moeten goed vastzitten en mogen niet gedraaid zitten!
GEBRUIK VAN SIPS
(SIPS= Side Impact Protection System, zijdelingse
beschermingssysteem)
SIPS moet worden geactiveerd wanneer het verbeterde
kinderbeveiligingssysteem in het voertuig is geïnstalleerd. SIPS
kan de veiligheid van het verbeterde kinderbeveiligingssysteem
effectief verbeteren.
1.
Om het systeem in te schakelen trekt u de SIPS-houder uit
de opbergpositie in de hoek totdat hij vastklikt.
KLIK!
2.
Om op te bergen, drukt u op de knop en duwt u de SIPS-
houder in de opbergpositie.
24
groen
U hoort een