INSTALLATIE MET ISOFIX EN STEUNPOOT (40-105 CM)
1.
Plaats het verbeterde kinderbeveiligingssyteem achterwaarts gericht in een
compatibele autostoel.
2.
Druk op de ISOFIX-knop om de twee ISOFIX-vergrendelingsarmen aan de onderkant
naar buiten te trekken.
betekent dat de ISOFIX-bevestigingen ontgrendeld zijn.
OPMERKING: De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich tussen het oppervlak en de
rugleuning van de autostoel.
3.
Plaats de ISOFIX-bevestigingen op één lijn met de metalen verankeringen aan de
onderkant van de rugleuning van de autostoel en druk deze erin tot ze vastklikken.
U hoort een KLIK! Controleer of de indicator langs beide zijden van de ISOFIX-
vergrendelingsarmen groen kleurt als teken dat ze veilig bevestigd zijn.
PAS OP: Controleer na de ISOFIX-installatie of het verbeterde kinderbeveiligingssysteem
goed vastzit. Als het verbeterde kinderbeveiligingssysteem niet stabiel is en kan bewegen,
installeer het dan opnieuw.
groen
4.
Trek de steunpoot uit en stel deze in op de maximale hoek.
5.
Stel de lengte van de steunpoot zo in dat deze volledig contact heeft met de grond
van het voertuig. De indicator kleurt groen.
6.
Selecteer een achterwaarts gerichte rugleuningpositie 5 (blauw).
OPMERKING: Voor kinderen van deze grootte mag het kinderzitje alleen in de achterwaarts
gerichte positie en onder een maximale hellingshoek (liggend) worden geïnstalleerd. Om er
zeker van te zijn dat het autostoeltje correct is geïnstalleerd, dient u het voor gebruik te
schudden.
OPMERKING: Test door aan het verbeterde kinderbeveiligingssysteem te trekken om er
zeker van te zijn dat het vergrendeld is.
INSTALLATIE MET ISOFIX EN STEUNPOOT (76-105 CM)
BELANGRIJK - GEBRUIK HET NIET VOORWAARTS GERICHT ALS HET KIND JONGER IS
DAN 15 MAANDEN.
1.
Plaats het verbeterde kinderbeveiligingssysteem op de juiste plaats, naar voren
gericht (in de rijrichting), plat op de onderkant van de autostoel en tegen de rugleuning.
2.
Druk op de ISOFIX-knop om de twee ISOFIX-vergrendelingsarmen aan de onderkant
naar buiten te trekken.
betekent dat de ISOFIX-bevestigingen ontgrendeld zijn.
OPMERKING: De ISOFIX-bevestigingspunten bevinden zich tussen het oppervlak en de
rugleuning van de autostoel.
3.
Plaats de ISOFIX-bevestigingen op één lijn met de metalen verankeringen aan de
onderkant van de rugleuning van de autostoel en druk deze erin tot ze vastklikken.
U hoort een KLIK! Controleer of de indicator langs beide zijden van de ISOFIX-
U hoort een KLIK!
Controleer of de indicator rood kleurt, dit
KLIK
U hoort een KLIK!
Controleer of de indicator rood kleurt, dit
NL
23