Frame Assemblage; Zonnepaneel Assemblage; Aanzetten - Agrilaser Autonomic Mode D'emploi

3.1 Frame assemblage

1. Plaats de bodemplaat op een horizontaal oppervlakte (figuur 3.1).
2. Bevestig één van de zijpanelen met gevouwen randen aan de bodemplaat
met behulp van drie bouten (M8x16) en borgringen (figuur 3.2).
3. Bevestig het andere zijpaneel met gevouwen randen aan de andere kant
van de bodemplaat op dezelfde manier als in stap 2 (figuur 3.3).
4. Lijn één van de resterende zijpanelen uit met de gaten in de gevouwen
randen van de reeds bevestigde panelen. Gebruik 11 bouten (M8x16)
en borgringen om het paneel te bevestigen, waarbij u de bovenste twee
gaten leeg laat, aangezien deze nodig zullen zijn om het bovenpaneel te
bevestigen (figuur 3.4).
5. Bevestig het laatste zijpaneel aan de andere kant van het frame op
dezelfde manier als in stap 4 (figuur 3.5).
6. Plaats het bovenpaneel op de bovenkant van het frame en zet deze vast
met acht bouten (M8x16) en borgringen (figuur 3.6).
Indien de Agrilaser Autonomic gebruikt gaat worden met het zonnepaneel
accessoire, ga dan verder met sectie 3.2.
Indien de Agrilaser Autonomic Gebruikt gaat worden met de netstroom
adapter, ga dan verder met stap 7.
7. Bevestig het motorplatform met 4 bouten (M8x40) en borgringen direct
bovenop het frame.
8. Plaats de noodknop aan de zijkant van het frame en lijn de twee gaten uit
met die op het paneel. Zet de noodknop met twee bouten(M8x16) vast.
9. Schuif de voedingsadapter in de sleuf aan de binnenkant van het frame
vlak onder de noodstop.
10. Sluit de kabel van de lasermodule aan op de connector op het
motorplatform indien deze nog niet bevestigd is.
11. Sluit de kabel van het motorplatform aan op de noodknop en sluit de
kabel van de noodknop aan op de voedingsadapter. Steek de stekker
van de voedingsadapter in het stopcontact.

3.2 Zonnepaneel assemblage

VOORZICHTIG: De accu is zwaar; zorg ervoor dat er voorzichtig mee
wordt omgegaan.
De volgende stappen beschrijven de montage van het zonnepaneelaccessoire.
1. Bevestig de onderste zonnepaneelbeugel, op een andere zijde dan de
zijde waarop de noodknop is gemonteerd (figuren 4.1 en 4.2). Hiervoor
dienen drie bouten te worden losgedraaid en daarna weer gemonteerd
te worden.
2. Plaats het frame zodanig dat het zonnepaneel zoveel mogelijk zonlicht
zal vangen.
3. Plaats het zonnepaneel in de beugel met het zonnepaneel naar buiten
gericht (figuren 4.3 en 4.4).
4. Fixeer het zonnepaneel (figuren 4.5 en 4.6) door:
- De laatste framebeugel bovenop het zonnepaneel te plaatsen en de
beugel uit te lijnen met de montagegaten van het bovenpaneel van
het frame.
- Het motor platform bovenop te plaatsen. Plaats het motorplatform
zodanig dat de kabel richting de noodstop gericht is.
- Het motor platform en het bovenste bevestigingselement met 4 bouten
vast te zetten aan het ondersteunende frame.
5. Plaats de noodknop aan de zijkant van het frame en lijn de twee gaten
uit met die op het paneel. Zet vast met twee bouten.
6. Indien de accukist reeds is voorbereid, gaat u verder naar stap 7. Zo niet,
bereid de accukist dan voor door:
- De accukist te openen door de band los te maken en het deksel op
te tillen.
- De accu in de accukist te plaatsen.
- De positieve connector aan te sluiten op de positieve pool van de accu,
doorgaans rood gekleurd, en deze stevig vast te zetten.
- De negatieve connector aan te sluiten op de negatieve pool van de
accu, doorgaans zwart gekleurd, en deze stevig vast te zetten.
- Het deksel terug op de accukist te plaatsen en de band te spannen.
7. Plaats de accukist in het frame met de connectoren naar u toe gericht.
8. Sluit de twee zonnepaneelkabels aan op de betreffende connectoren op
de accukist (figuur 4.7).
9. Sluit de kabel van het motorplatform aan op de noodknop en sluit de
kabel van de noodknop aan op de groene connector op de accubak
(figuur 4.7).
10. Sluit de kabel van de lasermodule aan op de connector op het
motorplatform.
De accubak op de bodemplaat in het frame plaatsen geeft extra
stabiliteit.
Houdt rekening met het volume in het steunframe en de afmetingen van
de frame opening, alvorens de ballast van het steunframe wordt gekozen
(figuur 5.1).
3.3 Externe stroomonderbreker
VOORZICHTIG: Neem elektriciteits eisen in acht bij de keuze van
de elektrische onderdelen voor de externe stroomonderbreker (Interlock
switch) (Zie technische specificaties).
De Agrilaser Autonomic biedt de mogelijkheid om een externe
stroomonderbreker (Interlock switch) aan te sluiten volgens het schema in
figuur 6.1.

3.4 Aanzetten

VOORZICHTIG: Zorg voor gebruik van de Agrilaser Autonomic dat:
• De Agrilaser Autonomic rechtop staat.
• Alle bouten van het steunframe strak zijn vastgezet.
• De Agrilaser Autonomic goed is aangesloten op de ondergrond. Dit kan
gedaan worden door voldoende ballast toe te voegen aan het steunframe
of door het systeem fysiek aan de ondergrond te bevestigen.
• De Agrilaser Autonomic mag niet op zijn plaats wiebelen of kantelen.
Verander, wanneer er onvoldoende stabiliteit is, de positie van de Agrilaser
Autonomic of voeg extra ballast toe aan het steunframe.
• De Agrilaser Autonomic mag niet worden onderworpen aan trillingen aan
Gebruikershandleiding Agrilaser Autonomic
®
EN
NL
FR
DE
ES
PT
IT
18