Vooral elke wijziging aan het apparaat
waardoor het vermogen of het toerental
van de verbrandingsmotor of de
elektromotor wordt veranderd, is
verboden.
Vervoer geen voorwerpen, dieren of
personen, met name kinderen, met het
apparaat.
Bij het gebruik op openbare terreinen,
parken, sportvelden, langs wegen en op
land- en bosbouwbedrijven moet u
bijzonder behoedzaam te werk gaan.
4.2 Waarschuwing - gevaar voor
elektrische schokken
Opgelet!
Gevaar voor stroomstoten!
Voor de elektrische
veiligheid zijn de
voedingskabel, stekker,
aan- / uit-knop en de
aansluitkabel erg belangrijk.
Beschadigde kabels, koppelingen
en stekkers of aansluitkabels die
niet aan de voorschriften voldoen,
mogen niet gebruikt worden, zodat
gevaar voor elektrische schokken
kan worden voorkomen.
Controleer de aansluitkabel
regelmatig op beschadigingen of
slijtage (barsten).
Neem het apparaat uitsluitend met
afgerolde voedingskabel in bedrijf.
Bij gebruik van een kabeltrommel moet
deze vóór gebruik altijd volledig worden
afgerold.
Gebruik nooit een beschadigde
verlengkabel. Vervang defecte kabels
door nieuwe en repareer verlengkabels
niet.
74
Als de voedingskabel of de verlengkabel
tijdens het bedrijf wordt beschadigd,
ontkoppelt u de voedingskabel of de
verlengkabel onmiddellijk van de
stroomvoorziening. Raak nooit de
beschadigde voedingskabel of
verlengkabel aan.
Gebruik het apparaat nooit als de kabels
beschadigd of versleten zijn. Controleer
met name de voedingskabel op schade en
veroudering.
Onderhouds- en
herstellingswerkzaamheden aan
voedingskabels mogen alleen door
speciaal opgeleide vaklui worden
uitgevoerd.
Gevaar voor stroomstoten!
Een beschadigde kabel mag niet op het
stroomnet worden aangesloten en u mag
een beschadigde kabel pas aanraken als
deze is losgekoppeld.
Raak de snijeenheden (messen) pas aan
nadat het apparaat van de voeding is
losgekoppeld.
Let er altijd op dat de gebruikte
voedingskabels voldoende beveiligd zijn.
Werk niet bij regen of in een
natte omgeving.
Gebruik uitsluitend
vochtwerende verlengkabels
voor buitengebruik die voor het gebruik
met het apparaat geschikt zijn (
Verwijder de aansluitkabel met de stekker
en de stekkerbus en trek niet aan de
aansluitkabels zelf.
Laat het apparaat niet onbeschermd in de
regen staan.
Bedenk dat het apparaat bij het aansluiten
op een stroomaggregaat door
spanningsschommelingen kan worden
beschadigd.
U mag het apparaat alleen op een voeding
aansluiten die beveiligd is door een
foutstroombeveiliging met een
afschakelstroom van maximaal 30 mA.
Voor nadere informatie kunt u terecht bij
de elektricien.
4.3 Kleding en uitrusting
Draag tijdens werkzaamheden
altijd stevige schoenen met grip.
Werk nooit op blote voeten of
bijvoorbeeld op sandalen.
Tijdens het werk en vooral bij
onderhoudswerkzaamheden en
transport van het apparaat altijd
stevige handschoenen dragen.
Draag tijdens de
werkzaamheden altijd een
veiligheidsbril en
gehoorbescherming. Draag
deze bril tijdens de gehele duur van de
werkzaamheden.
Tijdens het werken met het
apparaat geschikte en
nauwsluitende kleding dragen,
dat wil zeggen overall, geen
stofjas. Draag tijdens het werken met het
10.1).
apparaat geen sjaal, stropdas, sieraden,
hangende linten of koorden of andere
afstaande kledingstukken.
U dient tijdens de gehele duur van de
werkzaamheden en bij alle
werkzaamheden aan het apparaat lang
haar samen te binden en te bedekken (met
een hoofddoek, muts, enz.).
0478 201 9913 B - NL