Montage
Stookolieaansluiting,
Elektrische aansluiting
Controles vóór het inbedrijfstellen
Controles vóór de inbedrijfname
Vóór de eerste inbedrijfname, dienen
volgende punten te worden
gecontroleerd.
· Correcte montage van de brander
volgens onderhavige handleiding.
· Correcte voorinstelling van de
brander volgens gegevens
afsteltabel.
· Afstelling van de menginrichting,
correcte sproeier moet gemonteerd
zijn.
· Draairichting ventilatormotor (zie pijl
aan het branderhuis),
· Warmteopwekker moet bedrijfsklaar
gemonteerd zijn, de
gebruiksinstructies van de
Voeding brandstof
Voor het garanderen van de
bedrijfszekerheid van de installatie, is de
zorgvuldige installatie van de
brandstofvoeding volgens DIN 4755,
evenals met in achtname van de
plaatselijke voorschriften vereist. De
brander is met een automatisch
aanzuigende tandwielpomp uitgerust, die
als tweederangspomp via een
ontluchtingsfilter moet worden aangesloten.
In acht nemen:
· Max. aanvoerdruk aan de pomp <2bar.
· Max. aanzuigvacuüm aan de pomp
<
0,4bar
Voor het ontwerp en het dimensioneren
van de installaties met zuiginrichting
voor EL-stookolie moet de VSO-Richtlijn
(zie brochure van ELCO met art.-nr:
De elektrische installatie en d
eaansluiting mogen alleen door een
erkend elektricien worden
uitgevoerd. De voorschriften en de
bepalingen van VDE en EVU
moeten in acht worden genomen
(AREI voor België).
Elektrische aansluiting
· Controleren of de netspanning met
de opgegeven werkingsspanning
van 230 V, 50 Hz overeenstemt.
Zekering voor de brander: 10A
· Elektrische aansluiting brandermotor
400 V, 50 Hz
warmteopwekker dienen te worden
nageleefd.
· Alle elektrische aansluitingen
moeten correct uitgevoerd zijn.
· Warmetopwekker en
verwarmingssysteem zijn voldoende
met water gevuld, circulatiepompen
zijn in bedrijf.
· Temperatuurregelaar, drukregelaar,
watertekortbeveiliging en andere
event. aanwezige
beveiligings-begrenzingsinstallaties
zijn correct aangesloten en
bedrijfsklaar.
· Schoorsteenwegen moeten vrij zijn,
zijluchtinrichting, indien aanwezig, in
bedrijf.
05/2005 - Art. Nr. 13 018 101A
12002182) absoluut in acht worden
genomen.
· De bijgeleverde olieslang aan de
oliepomp aansluiten (de olieslangen
kunnen naargelang van de
behoeften de bovenste of de
onderste opening van de behuizing
worden gevoerd).
· Oliefilter met ontluchtingsfunctie
(aanbevolen maaswijdte: 70 µm)
zodanig plaatsen, dat een bochtvrije
en trekontlaste aansluiting van de
brandstofslang is gegarandeerd.
· Letten op correcte aansluiting van
voor- en terugloop.
m
Vóór inbedrijfname, brandstof met
handpomp aanzuigen en
dichtheid van de
brandstofleidingen controleren.
Elektrische aansluiting per
aansluiters
De brander en de generator van hitte
(verwarmingsketel) worden tussen hen
door een aansluiter aan zeven polen en
een ander aan vier polen verbonden.
De aansluitingskabel wordt bepaald en
door een aansluitingsteugel begeleid.
Hij wordt op bornier overeenkomstig
het elektrische schema aangesloten.
· Er moet voldoende toevoer van
verse lucht gegarandeerd zijn.
· Warmteafname moet aanwezig zijn.
· Brandstofopslagtanken moeten
gevuld zijn.
· Brandstoftoevoerleidingen moeten
vakkundig gemonteerd, op dichtheid
gecontroleerd en ontlucht zijn.
· Meetruimte die voldoet aan de
normen voor het meten van
uitlaatgassen moet aanwezig zijn,
uitlaatgasleiding tot aan de
meetruimte moet dicht zijn, zodat
meetresultaten niet door buitenlucht
worden vervalst.
NL
23