Meting gelijkstroom ( DC)
(Wisselstroom metingen zijn niet mogelijk.)
1.
Zet de draaiknop op de positie A=
2.
Schakel de stroom voor het te testen schakelcircuit uit en open het
schakelcircuit op het punt waarop u de stroomsterkte wilt meten.
3.
Draai de stroom weer aan en raak de meetpunten aan met de test tips.
4.
Als de weergegeven waarde stabiliseert, leest u het display af. Bij
omgekeerde polariteit wordt er op het display een minteken (-) voor de
waarde getoond.
Weerstandsmeting
Voor het vermijden van elektrische schokken schakelt u de stroom van het te
testen toestel uit en ontlaadt u alle condensatoren, voordat u metingen
uitvoert.
Zet de draaiknop op de positie
1.
2.
Raak de meetpunten met de toppen van de sonde.
3.
Als de weergegeven waarde stabiliseert, leest u het display af.
Diodentest / Doorgangstest
Voor het vermijden van elektrische schokken schakelt u de stroom van het te
testen toestel uit en ontlaadt u alle condensatoren, voordat u metingen
uitvoert.
Het apparaat onderscheidt automatisch tussen Doorgangstest en diode testen.
1.
Zet de draaiknop op de positie
2.
Raak de meetpunten met de toppen van de sonde.
Diodentest:
3.
De doorlaatspanning geeft 400 tot 700 mV aan. De blokkeerspanning
geeft "OL" aan. Defecte dioden geven in beide richtingen een waarde van
0 mV of "OL" aan.
52
Nederlands