MD 1100-LCD
4.) Wisselspanning controleren:
Bij het aanleggen van de tips van de sonde op een wisselspanning binnen de nominale
spanning wordt de spanning in Volt aangegeven en bovendien licht de LED „ ACV" op.
5.) Data Hold – functie:
Door het indrukken van de „Data- Hold" –toets (datageheugen) kan een meetwaarde op
de LC-display opgeslagen worden. De „Data- Hold"-functie wordt door een rode LED op
het display veld aangegeven en kan opnieuw uitgeschakeld worden door dezelfde toets
nogmaals in te drukken.
6.) Fasecontrole:
Raak met één van de tips van de sonde een geleider aan en raak daarbij het
vingercontact aan de achterkant aan. Wanneer een fase aanwezig is van minstens
100V~, verschijnt in de kleine LC-display „L1".
7.) Controle van het draaiveld:
Stel volgens punt 6 een geleider vast die fasen leidt. Leg nu twee fasengeleiders tegen
de tips van de sonde en raak het vingercontact aan. Indien de fase die op de tip van de
sonde L2 aanwezig is de fase die op de tip van de sonde L1 aanwezig is volgt dan is de
positie van de fase rechtsdraaiend. In de kleine display verschijnt dan „L1". Indien dit
niet het geval is dan is er sprake van een linksdraaiend veld. De spanningsindicatie
moet ongeveer 400V aangeven; Indien „L1"in de kleine LC-display oplicht en indien
slechts 230V aangegeven wordt, dan is er slechts sprake van één fasengeleider!
8.) Doorgangstest:
Leg de tips van de sonde tegen de te testen leiding, zekering e.a. Bij een weerstand
van 0...2 kW verschijnt de weerstandwaarde op de display en weerklinkt een akoestisch
signaal. Wanneer de meetwaarde >2kW is dan verschijnt in de display de
overloopindicatie "1".
9.) FI/RCD-activeringstest, PE (test van de neutrale geleider):
De MD 1100-LCD Profi er LCD beschikt over een automatische last die het mogelijk
maakt om een FI/RCD-veiligheidschakelaar zonder activering te testen. Daarvoor moet
eerst tussen L (fasengeleider) en N (neutrale geleider) getest worden (ongeveer 5s).
Onmiddellijk hierna kan L tegen PE (veiligheidsaarddraad) getest worden. De
elektrische spanning wordt aangegeven. Indien zo niet te werk gegaan wordt dan wordt
de FI/RCD-veiligheidsschakelaar geactiveerd (max. 30mA).
23