Hoofdstuk 5
582
8 008 364/NB 86/25-04-00 © SICK AG • Veiligheidstechniek • Duitsland • Alle rechten voorbehouden
Elektrische installatie
5.2.
Externe indicatie bij
uitschakeling/verminderd
opl. vermogen, overbrugging
De toegepaste externe weergave bij „Uitschakeling/verminderd
opl. vermogen" en „Overbrugging (muting)" is voorgeschreven.
Het gaat hierbij om veiligheidsrelevante indicatie, die bij de
keuze van de betreffende werkingswijze door de LCU gecon-
troleerd worden (uitgangsstroom 0,02 – 0,4 A).
De indicatie „Aanspreek start schakelaar" (Restart required)
en „Vervuilingsmelding" (Weak signal) zijn optioneel (uitgangs-
stroom 0 – 0,4 A). Bij het gebruik van deze uitgangen op een
SPS dient voor de potentiaalcompensatie tussen de klemmen
57 – 58 c.q. 63 – 64 een weerstand te worden bijgeschakeld
(bijv. 1kW /1 W), signaal bepaling op klem 58 c.q. 64 (NPN
verhouding). Het 0-V-potentiaal van de voedingsspanning LCU
en PLC moet worden gekoppeld.
Statusuitgang
De weergave op de statusuitgang (NPN) is niet van belang
voor de veiligheid. Deze meldt steeds de onderbreking van het
sensor-beveiligingsveld aan kanaal 1 en kanaal 2. Bij het
gebruik van de uitgang op een PLC dient voor de potentiaal-
compensatie tussen klem 65 (+V) en klem 66 (signaal) een
weerstand te worden bijgeschakeld (bijv. 1 k /1 W), signaal-
bepaling op klem 66. Het 0-V-potentiaal van de voedings-
spanning LCU en PLC moet worden gekoppeld.
Gebruiksaanwijzing
LCU-P