• Schouderbanden uitvoering B (Fig. 10A
en 10B): haal de gordels van de het auto-
stoeltje door de twee schouderbanden.
Steek het tussenbeenstuk door de gesp
van de gordels.
2.2 INSTALLATIE MET BASIS
Om het autostoeltje met basis op de au-
tozitting te installeren, handelt u als volgt:
1. Koppel het autostoeltje van de basis
door aan de loskoppelhandgreep aan de
achterkant van de rugleuning te trek-
ken en het stoeltje tegelijkertijd aan de
handgreep op te tillen (Fig. 11).
2. Zet de basis op de voor de installatie
gekozen zitting en draai hem, zoals in Fig.
12 wordt getoond, zodanig, dat hij tegen
de rugleuning van de autozitting staat.
3. Trek aan de veiligheidsgordel van de auto
en haak hem aan zijn gesp vast. Laat het
horizontale gedeelte (buikgordel) door
de twee speciale geleidingen (L) lopen,
die gemerkt zijn met een blauw pijltje
en span hem zoveel mogelijk (Fig. 13).
4. Voordat u het autostoeltje op de basis
zet, controleert u of het stabiliserend
blokkeersysteem gesloten is (Fig. 14).
5. Zet het autostoeltje (tegen de rijrichting in)
op de basis en duw het omlaag tot het vastzit
(u hoort een klik ter bevestiging) (Fig. 15).
6. Controleer of het autostoeltje goed aan
de basis vastzit, door te proberen het
zowel aan de voor- als de achterkant op
te tillen.
7. Pak de diagonale gordel van de auto vast
en laat hem door de speciale geleiding (O)
aan de achterkant van de rugleuning van
het autostoeltje lopen (Fig. 16). LET OP! De
diagonale gordel moet tijdens het vervoer
ALTIJD in deze geleiding blijven zitten.
8. Span de gordel zo veel mogelijk zonder
te veel band over te laten en verzeker u
ervan dat hij niet verdraaid zit.
9. Draai de handgreep op stand A en con-
troleer of hij tegen de zitting van de auto
steunt (Fig. 17).
LET OP! Controleer na de installatie ALTIJD
of de autogordel correct gespannen is en
of hij over alle punten gelijk is verdeeld,
zonder verdraaid te zijn. Laat de autogordels
NOOIT op andere plaatsen lopen dan de
aangeduide.
Om het autostoeltje los te koppelen en
de basis in de auto geïnstalleerd te laten:
1. Haal de diagonale gordel uit de geleiding
op de rugleuning zonder hem uit de gesp
te nemen.
2. Zet de handgreep weer op de verticale
stand B (Fig. 5).
3. Koppel het autostoeltje los, zoals voor-
heen werd toegelicht.
2.3 INSTALLATIE ZONDER BASIS
Om het autostoeltje zonder basis te instal-
leren, handelt u als volgt:
1. Trek het stabiliserend blokkeersysteem
uit en zet het autostoeltje op de gekozen
autozitting (Fig. 18).
2. Trek aan de veiligheidsgordel van de auto
en haak hem aan zijn gesp vast. Laat het
horizontale gedeelte van de gordel (buik-
gordel) door de twee speciale geleidingen
(K) van het autostoeltje lopen, die ge-
merkt zijn met een blauw pijltje (Fig. 19).
3. Pak het diagonale gedeelte van de auto-
gordel vast en laat hem door de speciale
geleiding (O) aan de achterkant van de
rugleuning van het autostoeltje lopen
(Fig. 20). LET OP! De diagonale gordel
moet tijdens het vervoer ALTIJD in deze
geleiding blijven zitten.
4. Span de gordel zo veel mogelijk zonder
te veel band over te laten en verzeker u
ervan dat hij niet verdraaid zit.
5. Draai de handgreep op stand A en con-
troleer of hij tegen de zitting van de auto
steunt (Fig. 21).
Om het autostoeltje los te koppelen:
1. Maak de autogordel los door op de gesp
te drukken.
2. Zet de handgreep weer op stand B (ver-
ticaal).
3. Haal de gordel uit de diagonale en hori-
zontale geleidingen.
2.4 INSTALLATIE MET ISOFIX BASIS
(bijgeleverd of apart verkrijgbaar)
Voor installatie met ISOFIX basis raadpleegt
u de bij het product geleverde handleiding.
Voor het gebruik van het SEMI-UNIVERSEEL
ISOFIX systeem is het absoluut noodza-
kelijk de handleiding van het voertuig te
lezen, voordat u het autostoeltje installeert.
De handleiding duidt de plaatsen aan, die
compatibel zijn met de afmetingsklasse van
47