Instellen van de inschakelduur (uitschakelvertraging)
Voorzichtig de frontklep openen, de schuifschakelaar
7 in de positie AUTO plaatsen.
► De inschakelduur selecteren 9 :
Vijf instellingstijden zijn mogelijk: ca. 20 sec. /
ca. 1 min / ca. 5 min / ca. 15 min / ca. 30 min.
► Impulsuitgang 9 :
Stel de regelaar op
, met andere woorden, de
uitgang bevindt zich in de impulsmodus (bijvoorbe-
eld om een trappenhuisrelais aan te sturen) AAN: ca.
1 seconde / UIT: ca. 9 seconden.
De aangegeven waarden zijn geschatte waarden en zijn
onderhevig aan technische schommelingen
Fijne gevoeligheidsinstelling (gevoeligheid)
Voorzichtig de frontklep openen.
De schuifschakelaar 7 in de positie AUTO plaatsen.
De reikwijdteherkenning op de stelschroef„METER"
fijn instellen tussen de posities „-" en „+".
„-" kleinst mogelijke registratiereikwijdte
„+" grootst mogelijke registratiereikwijdte
Looptest
De looptest dient om de bewegingschakelaar op de ge-
wenste montageplaats op perfecte registratie te cont-
roleren.
Om de looptest uit te voeren, de pijl 9 in de positie
„test" plaatsen.
Daarvoor de volgende instellingen uitvoeren:
De schuifschakelaar 7 in AUTO plaatsen.
De stelschroef METER in de positie „+" draaien.
De stelschroef TIME 9 in de positie „test" draaien.
De schemeringregistratie is gedeactiveerd.
De bewegingschakelaar correct monteren en op de net-
spanning 4 5 aansluiten.
De looptest van buiten de waarschijnlijke registratie-
zone beginnen en de registratiezone doorkruisen tot de
bewegingschakelaar schakelt.
De LED en de aangesloten verbruiker schakelen gedu-
rende 2 seconden.
De stelschroef „METER" zolang verplaatsen tot de ge-
wenste registratiezone ingesteld is.
De looptest herhalen tot het resultaat tevredenstel-
lend is.
Start
Einde
D
GB
NL
F
I
P
LE D
31