NL
handen leiden. U kunt de gebruiksduur echter
door geschikte handschoenen of regelmatige
pauzes verlengen. Let erop dat de persoon-
lijke aanleg tot een slechte doorbloeding, lage
buitentemperaturen of grote grijpkrachten bij
het werken de gebruiksduur verkort(en).
• Het apparaat is gemaakt om met twee han-
den gebruikt te worden. Werk nooit met één
hand.
• Let bij het zagen op een vaste stand en neem
een veilige werkhouding in. Wees bij werk-
zaamheden op een helling zeer voorzichtig. U
zou het evenwicht kunnen verliezen.
• Let bij het zagen op vallende takken. Het
gevaar bestaat, door vallende takken of door
wegspringende takken, als deze op de grond
vallen, geraakt te worden.
• Leg de stroomkabel in principe achter de per-
soon, die de zaag bedient. Des kabel moet al-
tijd naar achter, weg van het apparaat, gelegd
worden.
• Schakel het apparaat slechts in als u de
snoei-inrichting in het oog hebt. Vergewis u
dat het apparaat bij het aanzetten en tijdens
de werkzaamheden niet met de grond, met
stenen, met draad of met andere vreemde
voorwerpen in aanraking komt. Schakel het
apparaat uit voordat u het uitzet.
• Let er bij een verandering van de locatie
op dat het apparaat uitgeschakeld is en uw
vinger niet de schakelaar "Aan/uit" aanraakt.
Draag het apparaat met een naar achter
gericht(e) ketting en zwaard aan de telesco-
pische steel. Breng voor het transport van het
apparaat de kettingkast aan.
• Werk niet bij regen, bij slechte weersomstan-
digheden of in een vochtige omgeving. Werk
enkel bij een goede verlichting.
• Let erop dat de handvatten bij het werken
droog en schoon zijn.
• Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van
ontvlambare vloeistoffen of gassen. In geval
van veronachtzaming bestaat er brand- of
explosiegevaar.
• Werk niet met een beschadigd, onvolledig of
zonder toestemming van de fabrikant gewij-
38
zigd apparaat. Gebruik de zaag nooit met een
defecte veiligheidsuitrusting. Gebruik geen
gereedschap, waarvan de schakelaar niet
in- en uitgeschakeld kan worden. Controleer
vóór het gebruik de veiligheidstoestand van
de zaag en in het bijzonder het zwaard, de
kettingrem en de ketting.
• Gelieve wanneer het apparaat niet gebruikt
wordt, vóór het onderhoud, vóór de controle,
reiniging of uitwisseling van toebehoren de
netstekker uit te trekken. Let erop dat het ap-
paraat uitgeschakeld is wanneer u de stekker
in het stopcontact steekt.
• Bewaar ongebruikte apparaten op een droge,
afgesloten plaats en buiten de reikwijdte van
kinderen.
Opgelet! Zo vermijdt u schade aan
het apparaat en eventueel daaruit
voortvloeiende lichamelijke letsels:
Onderhoud uw apparaat:
• Houd voldoende afstand tot materiële waar-
den (bijvoorbeeld vensterruiten, voertuigen),
ze kunnen beschadigd worden.
• Houdt de ketting scherp en schoon zodat vei-
lig en beter werken gegarandeerd is.
• Werk enkel in het opgegeven prestatiedo-
mein. Gebruik geen machines met een zwak
vermogen voor zwaar werk. Gebruik de ma-
chines niet voor doeleinden waarvoor ze niet
geschikt zijn.
• Trek bij niet gebruik van de machine, voor
onderhoud, reiniging of bij vervanging van
onderdelen de stekker uit. Beschadigde vei-
ligheidsvoorzieningen en onderdelen moeten
deskundig door ons servicecenter worden ge-
repareerd of worden vervangen, tenzij anders
is aangegeven in de bedieningshandleiding.
• Meerdere onderhoudswerkzaamheden, die
niet in deze gebruiksaanwijzing vernoemd
worden, mogen enkel van de klantendienst
voor kettingzagen uitgevoerd worden.
• Gebruik enkel onderdelen die in deze aanwij-
zing aanbevolen worden.