WerkinG - oververhittingsbeveiliging
U kunt de friteuse alleen gebruiken als hij met olie of vet gevuld is. Schakel
het apparaat niet in als de pan leeg is of als er te weinig olie of vet in de pan
zit. De friteuse is voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Deze schakelt
in als de temperatuur te hoog oploopt bijvoorbeeld bij te weinig olie of vet. U
moet de friteuse dan resetten.
1. Schakel de friteuse uit door de aan/uit- en temperatuurknop geheel naar
links te draaien. Neem de stekker uit het stopcontact.
2. Laat het apparaat geheel afkoelen.
3. Reset het apparaat door een kleine schroevendraaier tegen het
resetknopje in het gaatje aan de achterkant van het paneel te drukken (zie
figuur 2).
WerkinG - Plaatsing van de handgreep
1. Gelieve de uiteinden (A) van de handgreep
in de ogen van de mand te steken
2. Beweeg de handgreep omhoog en druk door
totdat het vergrendelt aan het mandje (B)
3. De handgreep is nu correct geplaatst en is
nu klaar voor een veilig gebruik (C)
WerkinG - Gebruik
Met de friteuse kunt u producten frituren op de door u gewenste temperatuur.
1. Plaats het apparaat op een stabiele, vlakke en hittebestendige ondergrond
2. Haal de deksel van de friteuse.
3. Verwijder de frituurmanden.
4. Vul de pan met olie of vet. Het niveau van de olie of het vet moet tussen de markeringen 'MIN' (min.
2,5L) en 'MAX' (max. 4,5L) in de pan liggen. Gebruik geen normale margarine of boter. U kunt ook vast
vet gebruiken. Smelt deze bij een lagere temperatuur, bijvoorbeeld 100°C.
5. Doe de deksel erop.
6. Steek de stekker in het stopcontact. Het aan/uit-indicatielampje (8) gaat aan.
7. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand. Het temperatuurindicatielampje (9) gaat nu branden,
als teken dat het verwarmings-element de olie of het vet aan het opwarmen is. Als de olie of het vet de
gewenste temperatuur heeft bereikt, gaat het temperatuurindicatielampje uit.
Houd bij het instellen van de temperatuur rekening met de etenswaren die u gaat frituren.
Voorgekookte of voorgebakken etenswaren (zoals diepvriesfrites of aardappelkroketten) moet u bij een
hogere temperatuur frituren dan etenswaren die niet voorgekookt of voorgebakken zijn. Zie Tabel 1
voor een indicatie van de frituurtemperatuur en -tijden.
8. Laat een gevuld frituurmandje voorzichtig in de friteuse zakken en doe vervolgens de deksel erop.
9. Als de producten gereed zijn, haal de deksel volledig eraf, zodat u zich niet brandt aan ontsnappende
dampen. Verwijder het mandje uit de pan. Met behulp van het haakje aan het mandje kunt u het
mandje eerst aan de binnenrand van de pan laten hangen. Zo kan overtollige olie eerst uit het mandje
druipen. Schud daarna voorzichtig het gefrituurde voedsel op een bord of een schaal.
10. Schakel wanneer u klaar bent met frituren de friteuse uit door de aan/uit- en temperatuurknop geheel
naar links in de stand 'off' te draaien. Neem de stekker uit het stopcontact.
•
Grote hoeveelheden bevroren frituurgoed moet vooraf worden ontdooid om te voorkomen dat de
olie te ver afkoelt.
•
Zorg ervoor dat de producten goed droog zijn voordat u ze frituurt. Vochtige producten kunnen de
hete olie of vet hevig doen opspatten.
•
Frituur geen ovenfrites.
•
Frituur geen aardappels die al te lang liggen of al aan het spruiten zijn.
Gebruikershandleiding
A
B
6
Figuur 2
C
C
Figuur 3