8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat te doen als...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
De compressor werkt voort‐
durend.
De compressor start niet on‐
middellijk na het drukken op
"FROSTMATIC" , of na het
veranderen van de tempera‐
tuur.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat staat niet sta‐
biel.
De kast werd onlangs inge‐
schakeld.
De temperatuur in het appa‐
raat is te hoog.
De temperatuur is verkeerd
ingesteld.
Er werden veel voedingspro‐
ducten in een keer opgebor‐
gen.
De temperatuur in de ruimte
is te hoog.
De temperatuur van de voe‐
dingsproducten in het appa‐
raat was te hoog.
De deur is niet goed geslo‐
ten.
De FROSTMATIC-functie is
ingeschakeld.
De compressor start niet di‐
rect.
NEDERLANDS
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op
een ander stopcontact.
Neem contact op met een
erkend elektrotechnisch in‐
stallateur.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Zie 'Alarm Deur geopend' of
'Alarm Hoge temperatuur'.
Zie 'Alarm Deur geopend' of
'Alarm Hoge temperatuur'.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en con‐
troleer dan de temperatuur
opnieuw.
Zie 'Installeren'.
Laat voedingsproducten af‐
koelen tot kamertemperatuur
voordat je ze opbergt.
Zie de sectie 'De deur slui‐
ten'.
Zie de rubriek over 'FROST‐
MATIC-functie'.
Dit is normaal en geen sto‐
ring.
15