FUNCTIONERINGS-LOGICA MET ELEKTRISCHE WEERSTAND
OPGELET!
De weerstand is alleen actief als de schakelaar (O-IAQ) is in een positie van IAQ.
Opmerking: u kunt de sonde T3 niet monteren op Fan Coil met elektrische weerstand.
Opmerking: Wanneer de instelling bereikt wordt, wordt de weerstand afgeschakeld en na 1.5 minuten stopt
ook de ventilator.
L1
De weerstand wordt beheerd als een verwarmingselement. Dit komt overeen met een installatie met 4 leidingen.
De kaart beheert de klep koud water en de weerstand van de verwarming.
DIP Instelling
DIP 3 in ON
DIP 7 in ON
DIP 8 in ON
L2
De weerstand wordt beheerd als een element dat de water- batterij in het geval van een installatie met 2 leidin-
gen integreert. Tijdens de verwarming beheert de controle twee fases: de eerste fase activeert de waterklep van de
batterij, de tweede fase activeert de functionering van de elektrische weerstand.
DIP Instelling
DIP 3 in OFF
DIP 7 in ON
DIP 8 in OFF
L3
De weerstand wordt beheerd als een element dat de warm waterbatterij in het geval van een installatie met 4
leidingen integreert. Tijdens de verwarming beheert de controle twee fases: de eerste fase activeert de waterklep van
de warm waterbatterij, de tweede fase activeert de functionering van de elektrische weerstand.
DIP Instelling
DIP 3 in ON
DIP 7 in ON
DIP 8 in OFF
L4
De weerstand wordt beheerd als een verwarmingselement als de temperatuur van het circulerende water in de
batterij (installatie met 2 leidingen) de functie verwarming niet kan waarborgen. De controller gebruikt de sensor T2
op de waterleiding en activeert tijdens het verwarmen de waterklep als de gemeten temperatuur hoger dan 34°C is,
of activeert de weerstand als de gemeten temperatuur lager dan 30°C is.
DIP Instelling
DIP 3 in OFF
DIP 7 in ON
DIP 8 in ON
en T2 aangesloten
Voor een correcte functionering van de sensor T2 kunnen 2-wegskleppen niet gebruikt worden aangezien ze
de circulatie van warme vloeistof onmogelijk maken.
L5
De weerstand wordt beheerd als een verwarmingselement als de temperatuur van het circulerende water in de
batterij (installatie met 4 leidingen) de functie verwarming niet kan waarborgen. De controller gebruikt de sensor T2
op de waterleiding en activeert tijdens het verwarmen de waterklep als de gemeten temperatuur hoger dan 34°C is,
of activeert de weerstand als de gemeten temperatuur lager dan 30°C is.
DIP Instelling
DIP 3 in ON
DIP 7 in ON
DIP 8 in ON
en T2 aangesloten
Voor een correcte functionering van de sensor T2 kunnen 2-wegskleppen niet gebruikt worden aangezien ze
de circulatie van warme vloeistof onmogelijk maken..
27
Nederland