Vuldraad lasapparaat
PFDS 33 B4
z Inleiding
Hartelijk gefeliciteerd!
U hebt gekozen voor een
van onze hoogwaardige
apparaten. Leer het product voor de
eerste ingebruikname kennen. Lees hiertoe
aandachtig de volgende handleiding en de
veiligheidsvoorschriften. De ingebruikname
van dit gereedschap mag alleen door
geïnstrueerde personen gebeuren.
BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN!
z Gebruik conform de
voorschriften
Het apparaat is geschikt voor zelfbescher-
mend vuldraadlassen met behulp van de
juiste draad. Er is geen extra gas nodig.
Het beschermgas is in verpulverde vorm
in de draad vervat, waardoor het direct
in de lichtboog wordt geleid en het maakt
het apparaat bij werkzaamheden buiten
ongevoelig voor wind. Alleen draadelek-
troden die geschikt zijn voor het apparaat,
mogen worden gebruikt. Bestanddeel van
het beoogde gebruik is ook de inachtname
van de veiligheidsaanwijzingen en van
de montagehandleiding en van de gebruiks-
aanwijzingen in de handleiding.
De geldende ongevalpreventievoorschriften
moeten uiterst nauwgezet worden geres-
pecteerd. Het apparaat mag niet worden
gebruikt:
– in ruimtes die niet voldoende geventileerd
zijn,
– in een vochtige of natte omgeving,
– in een explosiegevaarlijke omgeving,
– om buizen te ontdooien,
– in de buurt van mensen met een
pacemaker en
– in de buurt van licht ontvlambare materialen.
Gebruik het product alleen zoals beschreven
en voor de vermelde toepassingsgebieden.
Bewaar deze handleiding goed. Over-
handig bij overdracht van het product aan
derden, ook alle documenten. Elk gebruik
dat afwijkt van het gebruik conform de voor-
schriften, is verboden en mogelijk gevaarlijk.
Schade door niet-inachtneming of verkeerd
gebruik, wordt niet door de garantie gedekt
en valt niet onder de aansprakelijkheid van
de fabrikant.
Restrisico
Ook wanneer u het apparaat volgens de
voorschriften gebruikt, blijven er altijd
restrisico's bestaan. Volgende gevaren
kunnen zich voordoen met betrekking tot
de constructie en uitvoering van dit vuldraad-
lasapparaat:
– oogletsels door verblinding,
– aanraken van hete onderdelen van
het apparaat of van het werkstuk
(brandwonden),
– bij ondeskundige beveiliging tegen
ongevallen en brandgevaar door vliegen-
de vonken of slakdeeltjes,
– schadelijke emissies van roken en gassen,
bij gebrek aan lucht resp. onvoldoende
afzuiging in gesloten ruimtes.
Verminder het restrisico door het apparaat
zorgvuldig en volgens de voorschriften te
gebruiken en alle aanwijzingen op te volgen.
z Beschrijving van de
onderdelen
1
Afdekking draadaanvoereenheid
2
Draagriem
3
Stroomstekker
4
Massakabel met massaklem
5
Hoofdschakelaar AAN / UIT
(incl. stroomcontrolelampje)
6
Controlelampje overbelastingsbeveiliging
7
Gasmondstuk
8
MIN / MAX schakelaar voor
lasstroominstelling
Inleiding
NL/BE
75