Nederlands
12 Met de motorzeis werken
12.1
Motorzeis vasthouden en gelei‐
den
► Draagoog (2) vasthaken in de karabijnhaak
(1).
Als er een maaikop wordt gebruikt:
► Motorzeis met één hand op de bedienings‐
handgreep zo vasthouden dat de duim om de
bedieningshandgreep valt.
► Motorzeis met de andere hand op de hand‐
greep zo vasthouden dat de duim om de
handgreep valt.
Als er een metalen snijgarnituur wordt gebruikt:
► Motorzeis met de rechterhand op de bedie‐
ningshandgreep zo vasthouden dat de duim
om de bedieningshandgreep valt.
► Motorzeis met de linkerhand op de beugel‐
handgreep zo vasthouden dat de duim om de
beugelhandgreep valt.
12.2
Vermogenstrap instellen
Afhankelijk van het gebruik, kunnen 3 vermo‐
genstrappen worden ingesteld. De leds geven de
ingestelde vermogenstrap weer. Hoe hoger de
64
1
2
12 Met de motorzeis werken
vermogenstrap, des te sneller kan het snijgarni‐
tuur draaien.
De ingestelde vermogenstrap beïnvloedt de
werktijd van de accu. Hoe lager de vermogens‐
trap, des te langer is de werktijd van de accu.
► Schakelhendelblokkering (1) indrukken en
ingedrukt houden.
► Deblokkeringsschuif (2) met de duim in de
richting van de beugelhandgreep schuiven.
De leds branden en geven de ingestelde ver‐
mogenstrap weer.
► Deblokkeringsschuif (2) naar voren drukken,
even vasthouden en weer terug laten veren.
De volgende vermogenstrap is ingesteld. Na
de derde vermogenstrap volgt weer de eerste
vermogenstrap.
► Deblokkeringsschuif (2) zo vaak naar voren
drukken en laten terugveren, tot de gewenste
vermogenstrap is ingesteld.
12.3
Maaien
De afstand van het snijgarnituur ten opzichte van
de grond bepaalt de maaihoogte.
Maaien met maaikop (A)
► De motorzeis gelijkmatig heen en weer bewe‐
gen.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
Maaien met een grassnijblad of een slagmes (B)
► Met het linkerdeel van het metalen snijgarni‐
tuur maaien.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
2
1
A
0458-662-9421-B
B