Veiligheidsvoorschriften
Betekenis van de symbolen
Opgelet!
Voor gebruik de
gebruiksaan-
wijzing lezen!
Let op ! Messen
zijn scherp - Voor
onderhoud eerst
stekker van bou-
gie loskoppelen.
Algemene aanwijzingen
Deze grasmaaier is voor het onderhoud van privé gazons bes-
temd. Vanwege het gevaar voor lichamelijk letsel van de ge-
bruiker of van derden mag de grasmaaier niet voor andere
doeleinden gebruikt worden.
Maai nooit in de nabijheid van anderen, van vooral kinderen of
dieren.
Maai alleen bij daglicht of bij passend kunstlicht.
Voor het maaien
Nooit maaien zonder stevig schoeisel en lange kledij. Nooit op
blote voeten of met open schoenen maaien.
Meegeleverde botsbescherming resp. vangvoorziening aan-
brengen. Op juiste bevestiging letten. Het is verboden om het
apparaat zonder of met beschadigde beschermingsvoorzie-
ningen te gebruiken.
Het terrein waarop de maaier gebruikt gaat worden moet wor-
den gecontroleerd en alle voorwerpen die door de maaier kun-
nen worden meegenomen of weggeslingerd moeten worden
verwijderd.
De maaier moet worden gecontroleerd op beschadiging van
bevestigingsonderdelen, beschadiging of sterke slijtage
Ingeval van vervanging inbouwaanwijzingen in acht nemen
De grasopvangvoorziening regelmatig op slijtage of op wer-
king controleren.
Apparaten met 4-taktmotor moeten voor de eerste ingebruik-
name van motorolie worden voorzien (zie „Olie bijvullen").
Voor ieder begin van de maaiwerkzaamheden oliepeil contro-
leren.
WAARSCHUWING – Benzine is licht ontvlambaar!
De brandstof in daarvoor bedoelde reservoirs bewaren.
Alleen in de open lucht tanken.
Niet roken, geen open vuur.
Voor het starten van de motor brandstof (NORMALE BENZI-
NE) bijvullen.
Tank altijd goed afsluiten.
n
Als de motor draait of bij een motor op bedrijfstemperatuur
mag niet worden bijgetankt of mag het tankdeksel niet worden
geopend.
Anderen buiten
de gevarenzo-
Als er sprake is van lekkage van benzine mag niet geprobeerd
worden de motor te starten. In plaats daarvan moet de maaier
ne houden!
worden verwijderd van de plaats waar zich de benzine be-
vindt. De motor mag niet worden gestart als de benzine nog
niet vervluchtigd is.
Defecte geluiddempers vervangen.
oor gebruik moet altijd visueel gecontroleerd worden of de sni-
jgereedschappen, bevestigingsbouten en de totale snijeen-
heid versleten of beschadigd zijn. Ter voorkoming van
onbalans mogen versleten
Uit veiligheidsoogpunt moet een beschadigde tankafsluiting
worden vervangen.
Aansluitingen van benzineleidingen, luchtfilters, etc.. op juiste
bevestiging controleren.
Bij het starten
Motor alleen inschakelen als uw handen en voeten zich op
een veilige afstand van de snijgereedschappen bevinden.
Snijgereedschap en aandrijving uitschakelen voordat u de
motor start.
Bij het starten van de motor mag de grasmaaier niet getuimeld
worden. Dit geldt niet als de grasmaaier bij de werkzaamheid
moet worden opgetild. In dit geval moet de maaier zover wor-
den getuimeld als noodzakelijk is en moet alleen de door de
gebruiker gebruikte kant worden opgetild.
De verbrandingsmotor niet in een afgesloten ruimte laten
draaien, omdat er gevaarlijke koolmonoxide kan ophopen.
Motor op een egaal oppervlak starten, niet in hoog gras.
Motor niet starten als u voor het uitwerpkanaal staat.
Tijdens het maaien
Pas op! Snijgereedschap kan na uitschakeling nog blijven be-
wegen!
Het draaiende snijgereedschap niet aanraken!
De door de draagarmen bepaalde veiligheidsafstand moet in
acht worden genomen!
Motor alleen inschakelen als uw voeten op een veilige afstand
ten opzichte van de snijgereedschappen staan.
Op een veilige stand letten, vooral op hellingen. Nooit rennen,
rustig lopen.
Als uw maaier van wielen is voorzien, moet de machine altijd
dwars ten opzichte van de helling staan en mag nooit recht
vooruit of achteruit worden gereden.
Op hellingen moet bijzonder voorzichtig te werk worden
gegaan als van rijrichting wordt veranderd.
Niet maaien op erg steile hellingen.
Ga erg voorzichtig te werk als u de maaier keert en naar u to-
etrekt.
Maaier uitschakelen ingeval van tuimelen, leegrijden of trans-
porteren, bijv. van/naar het gazon of over wegen.
De grasmaaier noot met beschadigde veiligheidsvoorzienin-
gen of roosters of zonder aangebrachte veiligheidsvoorzienin-
gen gebruiken, bijv. botsplaten en/of
grasopvangvoorzieningen.
De afstelling van de regelaar van de motor niet veranderen of
doldraaien.
Handen en voeten nooit in de buurt van roterende onderdelen
houden. Nooit voor de uitwerpopening gaan staan.
31