4. Gebruik
4.1. Inschakelen
Na het aansluiten van de voeding is de machine na ca. 20 sec. klaar voor gebruik.
De machine geeft met 3 strepen op het display aan dat zij klaar is voor gebruik. (zie afb. 6)
Daarvoor wordt op het display nog de actuele softwareversie (R..), de instelling van de uitschakelweerstand (af fabriek
F07) en de cyclustijd (af fabriek T07 – > 60 sec) aan. (voor meer informatie zie 4.3. Display en elektronica)
Afbeelding 6
4.2. Werking
De motor wordt geactiveerd door het optillen van de borstel, omdat de sensor (pos 5, afbeelding 8) de ruststand van de
houder detecteert. Als de houder de ruststand verlaat, beginnen de borstels voor de ingestelde cyclustijd te draaien
(fabrieksinstelling 60 sec). Na het beëindigen van de werkcyclus wacht de besturing op een volgende activering, waarbij
de draairichting van de borstels omkeert ten opzichte van de vorige cyclus. Daardoor slijten de borstels gelijkmatig.
4.3. Display en elektronica
Het display wordt gebruikt voor het aangegeven van de bedrijfstoestand (storingen). De elektronica regelt de activering,
de veiligheidsuitschakeling en de cyclusduur.
4
5
Afbeelding 7: Schema hoofdprintplaat
1
3
Motorkabel
U2: draad nr. 5 + blauwe draad van condensator
Z1: draad nr. 4
C: bruine draad van condensator
Z2: draad nr. 2
U1: draad nr. 1
N
L
81