Informatie over het apparaat
Beschrijving van het apparaat
Via het condensatieprincipe zorgt het apparaat voor
het automatisch ontvochtigen van ruimten.
De ventilator zuigt de vochtige ruimtelucht aan via de
achterste luchtinlaat (7) door het luchtfilter (6) evenals
via de luchtinlaten aan de zijkant (4), de verdamper en
de daar achter liggende condensor. Op de koude ver-
damper wordt de ruimtelucht tot onder het dauwpunt
afgekoeld. De in de lucht opgenomen waterdamp
slaat als condens, resp. rijp neer op de verdamper-
lamellen. Bij de condensor wordt de ontvochtigde,
afgekoelde lucht weer verwarmd en met een tem-
peratuur die ca. 5 °C hoger is dan de ruimtetem-
peratuur weer uitgeblazen. De zo bereide, droge lucht
wordt weer gemengd met de ruimtelucht. Door de
doorlopende circulatie van de ruimtelucht door het ap-
paraat wordt de luchtvochtigheid in de opstelruimte
verminderd. Afhankelijk van de luchttemperatuur en
de relatieve luchtvochtigheid, druppelt het geconden-
seerde water doorlopend of alleen tijdens de ont-
dooifasen in de condensopvangbak en via de hierin
geïntegreerde afvoeraansluiting in het daaronder ge-
plaatste condensreservoir (3). Deze is uitgerust met
een vlotter voor het meten van het vulpeil.
Het apparaat is voorzien van een bedieningspaneel (2)
voor de bediening en controle van de werking. Wordt
het maximale vulpeil van het condensreservoir (3) be-
reikt, brandt het controlelampje van het condensre-
servoir (zie hoofdstuk "Bedieningselementen") op het
bedieningspaneel (2) oranje. Het apparaat schakelt
uit. Het controlelampje van het condensreservoir gaat
pas weer uit bij het terugplaatsen van het lege
condensreservoir (3). Optioneel kan het condenswater
via een slang aan de condensaansluiting (8) worden
afgevoerd. Het apparaat maakt het verlagen van de
relatieve luchtvochtigheid tot 50 % mogelijk. Het ap-
paraat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het dro-
gen van nat wasgoed of kleding in woon- of
werkruimten. Door de warmte die ontstaat tijdens het
gebruik, kan de ruimtetemperatuur ca. 1-4 °C stijgen.
NL
Overzicht van het apparaat
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Bedieningshandleiding – Luchtontvochtiger TTK 75 S
5
4
Bedieningselement
Luchtuitlaat (boven)
Bedieningspaneel
Condensreservoir
Luchtuitlaat (zijkant)
Handgreep
Luchtfilter
Luchtinlaat (achter)
Condensaansluiting
Opgerolde netkabel
Transportrollen
1
2
3
6
7
8
9
10
E - 2