4. Schakel de flitser in met behulp van de hoofdschakelaar.
5. Na enkele seconden zal het OK-lampje oplichten als teken dat de flitser voor gebruik gereed is.
6. Druk op de testknop om u ervan te overtuigen dat de flitser goed werkt.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Indien de flitser enige tijd niet wordt gebruikt zal hij zich na ongeveer 80 sec. automatisch uitschakelen
om energie te sparen. Om de flitser weer in te schakelen drukt u op de testknop of de ontspanknop
van de camera half in. Let op: het automatische uitschakelen zal niet werken als de flitser in de "slave"
stand staat.
FOUTMELDINGEN
Indien de batterijspanning onvoldoende is, of wanneer de electrische informatieoverdracht tussen
camera en flitser niet correct geschiedt, zal op het LCD display de aanduiding "Er" knipperen.
Wanneer dit gebeurt dient u de flitser uit te schakelen en meteen weer aan. Indien de "Er" aanduiding
wederom verschijnt dient u de batterijen te controleren.
HET AFSTELLEN VAN DE FLITSKOP
Depress the Bounce "Up and Down" Lock and Release Button, and
adjust the flash head to the desired position.
◆ Druk de vergrendelknop (6) in en plaats de flitskop in de
gewenste positie.
flitser inschakelt en de flitsknop in een niet correcte positie staat.
HET BEVESTIGEN EN VERWIJDEREN VAN DE FLITSER
Schakel de flitser met de hoofdschakelaar uit. Schuif
vervolgens het flitsvoetje van de flitser in het
flitsschoentje van de camera. Draai de vastzetring van
het voetje vast.
Wanneer u de flitser bevestigt of verwijdert pak
◆
deze dan bij de onderzijde vast om beschadiging
van het flitsvoetje of flitsschoentje te voorkomen.
Indien de ingebouwde flitser van de camera
◆
omhoog staat, klap deze dan in vóór u de flitser op
de camera aanbrengt.
HET INSTELLEN VAN DE ZOOMREFLECTOR
Indien u op de zoomtoets drukt zal het
indrukt zal het LCD display een oplopende waarde aangeven, zoals onderstaand wordt vermeld.
24mm → 28mm → 35mm → 50mm → 70mm → 85mm → 105mm →
Controleer de afstand volgens tabel A op blz. 42. Indien de instelling mogelijk is met 1 dan
afhankelijk van de brandpuntafstand van de lens, zal de zoomhoek van de flitser automatisch worden
gekozen indien de TTL mode is ingeschakeld.
Wanneer u de flitser inschakelt zal de reflector terugkeren naar de laatst gekozen stand; deze wordt
◆
automatisch in het geheugen opgeslagen.
Indien u een objectief gebruikt met een kortere brandpuntsafstand dan 24 mm is het mogelijk dat de
◆
randen en/of hoeken onderbelicht worden.
Afhankelijk van de zoominstelling zal het richtgetal van de flitser veranderen.
◆
verschijnt op het LCD display indien u de
symbool verschijnen, iedere keer dat u de zoomtoets
Auto)
(
40