WATERAFVOERWIJZE
Wanneer het toestel te veel condenswater bevat, stopt het
toestel met werken en verschijnt (wat betekent RESERVOIR
VOL zoals hieronder vermeld in ZELFDIAGNOSE). Dit geeft
aan dat het condenswater volgens de volgende procedures
moet worden afgevoerd:
Handmatige afvoer (Fig. 24)
Het water moet worden afgevoerd in erg vochtige zones.
1. Trek de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2. Plaats een geschikte bak onder de aftapdop. (Fig. 24)
3. Neem de aftapdop weg.
4. Het water moet in een geschikte bak worden opgevangen
(niet bijgeleverd).
5. Plaats wanneer het water is verwijder de dop terug stevig
op zijn plaats.
6. Zet het toestel aan.
fig. 24
Bak of goot (niet
bijgeleverd) om onder de
afvoeruitgang te plaatsen.
Permanente afvoer (Fig. 25)
Wanneer het toestel in de stand ontvochtiging wordt gebruikt,
is permanente afvoer raadzaam.
1. Trek de stekker van het toestel uit het stopcontact.
2. Neem de aftapdop weg. Bij deze bewerking kan er water
ontsnappen, voorzie dus een geschikte bak om het water in
eerste instantie op te vangen.
3. Sluit de afvoerleiding van 2m (18) aan. Zie figuur 25.
4. Het water kan via de leiding permanent worden afgevoerd
in een waterafvoer of een bak.
5. Zet het toestel aan.
www.ewt-france.com
Afvoeruitgang
Aftapdop
Afvoeruitgang
OPMERKING
Zorg dat de hoogte en de doorsnede van de afvoerleiding
niet groter zijn dan de afvoeruitgang. Zo niet, kan het
waterreservoir niet correct worden geledigd. (Fig. 26 en Fig.
27).
Fig 26
TIPS VOOR CORRECT GEBRUIK
VOOR OPTIMALE DOELTREFFENDHEID VAN HET TOESTEL
Volg om de beste resultaten te halen met uw toestel de
volgende aanbevelingen:
• Sluit de deuren en vensters van
het te koelen vertrek (Fig. 21). Bij
semipermanente installatie van het
toestel moet een deur op een kier
Sluit deuren
en vensters
blijven staan (minstens 1 cm) om een
correcte ventilatie te waarborgen.
• Bescherm het vertrek tegen
rechtstreekse blootstelling aan zonlicht
door de gordijnen en/of jaloezieën
gedeeltelijk te sluiten om de inspanning
Sluit de
van het toestel te verminderen (Fig. 22).
gordijnen
• Plaats nooit voorwerpen op het
toestel.
• Blokkeer nooit de lucht toevoer en
uitlaat (Fig. 23). Laat de roosters vrij.
• Zorg dat er zich geen warmtebronnen
in het vertrek bevinden.
Niet
• Gebruik het toestel nooit in heel
afdekken
vochtige ruimtes (washokken
bijvoorbeeld).
•
Gebruik het toestel nooit buiten.
•
Zorg dat het toestel op een effen ondergrond wordt
geplaatst. Blokkeer indien nodig de voorste wieltjes.
FR
EN
Aftapdop
fig. 25
Afvoerleiding
NL
Fig 27
41