(4) Display
q
w
TITLE
t
y
u
q
Track, minuut, seconde en frame
displays
• Deze displays geven informatie over de actuele
positie aan.
w
Tijdmodusindicators
• Wanneer u op de TIME/T.TIME-toets drukt,
verandert de Tijdmodusindicator als volgt:
ELAPSED:
De verlopen tijd van de track verschijnt op het
display.
REMAIN:
De resterende tijd van de track verschijnt op
het display.
TOTAL + ELAPSED:
De totale verstreken speelduur van de disc
wordt getoond.
TOTAL + REMAIN:
De totale resterende speelduur van de disc
wordt getoond.
e
Weergavemodusindicators
• Wanneer de SINGLE-indicator brandt, wordt de
weergave stopgezet aan het einde van de
actuele track.
• Wanneer de CONT.-indicator brandt, gaat de
weergave verder.
r
BPM-indicator
• Licht op wanneer BPM (bits per minuut) wordt
weergegeven op het weergavesnelheidsdisplay.
t
MP3-indicator
• Licht op wanneer een MP3-disc wordt
gedetecteerd.
e
r
BPM
BPM
i
o
!0
y !1 !2
y
Loop-modusindicators
• De DN-S1000 heeft loop-modusindicators die
bestaan uit A, B en twee pijlen. De
aanduidingen A en B geven aan dat A- en B-
punten zijn ingesteld.
• De twee pijlen geven de loop-instelmodus als
volgt aan.
of
Alleen linkerpijl brandt:
Hot Start-modus
Beide pijlen branden:
Seamless Loop-modus
,
Beide pijlen knipperen:
Seamless Loop-weergave
,
Linkerpijl brandt, rechterpijl knippert:
Afsluiten weergave van Seamless Loop
u
Indicator van MP3-bestandszoekfunctie
FILE:
De FILE-indicator verschijnt in het display
wanneer de bestandnaamzoekfunctie (FILE) is
ingesteld.
FOLDER:
De FOLDER-indicator verschijnt in het display
wanneer de bestand-en-mapnaamzoekfunctie
(FILE & FOLDER) is ingesteld.
TITLE:
De TITLE-indicator verschijnt in het display
wanneer de titelnaamzoekfunctie (TITLE) is
ingesteld.
NEDERLANDS
ARTIST:
De ARTIST-indicator verschijnt in het display
wanneer de artiestnaamzoekfunctie (ARTIST) is
ingesteld.
i
Tekendisplay
• Met de PARAMETERS-knop kunt u de modus
of functie selecteren door het korte bericht
weergegeven op het letterdisplay te volgen.
• De weergave van de karakters geeft de
werking, modi namen, data, etc. weer en geeft
richtlijnen zoals "Push/Play" hetgeen wil
zeggen, indien "YES", druk dan op de
PARAMETERS-knop. Op het display van de
verschijnt soms
en
;
betekent dat u
de PARAMETER-knop moet draaien, terwijl
betekent dat u de PARAMETERS -knop moet
indrukken.
• De PARAMETERS-LED knippert wanneer u de
PARAMETER-knop kunt gebruiken; in de
andere gevallen kiest u tracks met deze knop.
o
Weergavepositie-indicators
• Weergavepositie-indicator:
De 30 stippen geven een visueel markeerpunt
van de trackpositie tijdens normale weergave
aan.
De
10
oranje
stippen
geven
weergavepositie
tijdens
de
omgekeerde
weergavemodus aan.
• Einde bericht:
Wanneer de tijd tot het einde van de track
minder is dan de opgegeven tijd, knippert de
EOM -weergavepositie-indicator (Einde bericht
- End Of Message) met de resterende tijd om
aan te geven dat de track bijna is beëindigd.
✽ De EOM-tijd kan in de voorkeurinstellingen
worden voorgeprogrammeerd.
!0
KEY ADJ. indicator
• De KEY ADJ.-indicator verschijnt in het display
wanneer de toonhoogte-instelmodus op AAN
staat.
!1
MEMO indicator
• De MEMO-indicator verschijnt in het display
wanneer een memo-instelling is gevonden voor
de momenteel weergegeven track of voor de
track waarbij de cue-standbymodus momenteel
is ingesteld.
!2
Pitch-display
• Deze indicator toont de weergavesnelheid
(pitch).
COMPACT DISCS
4
1. Voorzorgsmaatregelen voor het hanteren van
compact discs
• Er mogen geen vingerafdrukken, olie of stof op
het oppervlak van de disc komen.
Veeg de disc schoon met een zacht, droog doekje,
als de disc vuil is.
• Maak geen gebruik van benzeen, verdunner,
water, grammofoonplatenspray, elektrostatische
proef–chemicaliën, of silikonendoekjes om de
discs te reinigen.
• Hanteer de discs altijd zeer voorzichtig, om
schade aan het oppervlak te voorkomen; vooral
als u een disc uit het doosje neemt of erin
terugdoet.
• De disc niet buigen.
• Geen warmte toepassen.
• De opening in het midden van de disc niet
vergroten.
• Niet op het etiket (de bedrukte zijde) schrijven
met een hard voorwerp, zoals een pen of
ballpoint.
• Kondens wordt gevormd als een disc van een
koude naar een warme plaats wordt gebracht,
zoals van buiten naar binnen in de winter. Probeer
de
de disc niet te drogen met een haardroger, o.i.d..
2. Voorzorgsmaatregelen bij het opbergen
• Werp de disc altijd uit de speler nadat u een disc
heeft afgespeeld.
• Berg de disc altijd in het juwelendoosje op ter
bescherming tegen stof of beschadigingen.
• Berg de discs niet op op de volgende plaatsen:
(1) Gedurende langere tijd op plaatsen in het
direkte zonlicht.
(2) Op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan
veel stof of vocht.
(3) Op plaatsen waar ze een direkte invloed
ondergaan van verwarming enz.
85