Denon DN-S1000 Mode D'emploi page 84

!7
MEMO, PRESET-toets
• MEMO:
De memomodus wordt ingeschakeld wanneer
u één keer op deze toets drukt in de Cue-
modus.
• PRESET:
Als deze toets gedurende tenminste 1 seconde
ingedrukt blijft, verschijnt het voorkeurfunctiemenu
(PRESET).
Voordat u de voorkeuzefunctie instelt, moet de
status van het toestel CUE-, PAUSE- of No
Disc-modus zijn.
!8
DISC MODE-toets
U hebt de keuze tussen scratch-weergave, bend-
modus of handmatige framezoekmodus.
• SCRATCH:
Deze toets licht oranje op of knippert tijdens
het scratchen. Bewerk het geluid door de disc
naar beneden te drukken.
• BEND/SEARCH:
Wanneer de discmodus tijdens de weergave op
BEND wordt ingesteld, wisselt de modus zoals
de pitch bend-functie. Het display zal "Bend"
weergeven. Wanneer de discmodus tijdens de
pauzemodus of CUE-modus op SEARCH wordt
ingesteld, wisselt de modus zoals
handmatige zoekfunctie. Door handmatig te
zoeken kunt u het CUE-punt verplaatsen met
één frame tegelijk (1/75 seconde) en met een
hoorbaar frame-herhalingsgeluid. Het display
zal "Search" weergeven.
!9
FILTER-toets
• Eén van de drie filters (LOW PASS, MID PASS
en HIGH PASS) kan worden geselecteerd.
@0
FLANGER-toets
• De feedback-tijd en feedback-versterking
kunnen worden gekozen.
@1
TAP, LOCK, AUTO, INPUT BPM-
toets
• TAP:
Wanneer u meermaals op deze toets drukt,
wordt de Auto-modus uitgeschakeld en worden
de Beats Per Minuut (BPM) gemeten.
• LOCK:
Als deze toets tijdens het functioneren van de
auto BPM-meter, 1 x wordt ingedrukt, zullen de
gegevens welke door de auto BPM-meter
gemeten werden, vergrendeld worden.
• AUTO:
Wanneer u de TAP-toets 1 seconde indrukt,
wordt de AUTO BPM-modus geactiveerd.
De opgemeten BPM worden in het tekendeel
van het display aangegeven.
84
NEDERLANDS
• INPUT BPM:
Als de TAP-toets langer dan 2 seconden wordt
ingedrukt, wordt de BPM-invoermodus
ingesteld en kan de BPM-waarde direct, via de
PARAMETERS-knop ingevoerd
Wanneer u nogmaals op de TAP-toets drukt, de
BPM-ingagnsfunctie is uitgeschakeld
ingesteld.
OPMERKING:
Wanneer u een nieuwe track selecteert, wordt
de AUTO BPM-modus automatisch
ingeschakeld.
@2
ECHO/LOOP-toets
• De ECHO- en LOOP-functies kunnen worden
geselecteerd. De terugkoppelingstijd en -
verhouding is selecteerbaar. Looping voor de
feedback-tijd (ECHO LOOP) is mogelijk door
het feedback-nummer op "MAX" in te stellen.
@3
TRACK/PARAMETERS-knop
• TRACK:
Als de PARAMETERS LED oplicht, dient deze
knop verdraait te worden om tracks te
selecteren.
Als deze knop wordt ingedrukt terwijl hij wordt
verdraaid, veranderen de tracks met 10 tegelijk.
de
• PARAMETERS:
Als de PARAMETER LED knippert, dient deze
knop verdraait te worden om de parameter(s)
te selecteren en/ of te wijzigen voor
mogelijkheden die onder Platter-effecten,
Program, Memo, Preset data, etc. gevonden
kunnen worden.
• BESTANDSZOEKFUNCTIE: alleen voor MP3 DISC.
Wanneer u deze knop langer dan 1 seconde
indrukt, wordt de bestandszoekfunctie
geselecteerd.
@4
FAST SEARCH ( )
6
QUICK JUMP-toets
@5
FAST SEARCH-toets( )
7
QUICK JUMP-toets
• QUICK JUMP:
Wanneer u één van deze toetsen kortstondig
aantikt, verspringt de weergavepositie
ongeveer 10 seconden in voorwaartse (
achterwaartse ( ) richting.
6
De overspringingstijd kan worden gewijzigd in
de voorkeuzefunctie.
• FAST SEARCH:
Wanneer één van deze toets wordt ingedrukt
en ingedrukt blijft, wordt de disc in versneld
tempo in voor- ( 6 ) of achterwaartse (
richting doorzocht.
@6
PITCH BEND – toets
@7
PITCH BEND + toets
• Door op deze toetsen te drukken zal de
eigenlijke weergavesnelheid tijdelijk worden
worden.
gewijzigd.
en • De weergavesnelheid zal toenemen door op de
PITCH BEND + toets te drukken en afnemen
door op de PITCH BEND – toets te drukken.
• De vorige weergavesnelheid wordt opnieuw
ingesteld zodra u de toets loslaat.
@8
Pitch-schuifregelaar
• Regel de weergavesnelheid
schuifregelaar.
• De weergavesnelheid daalt wanneer u de
regelaar naar boven schuift, en stijgt wanneer u
de regelaar naar beneden schuift.
@9
PITCH/KEY, RANGE-toets
• Met behulp van deze toets kunt u de PITCH- en
de KEY ADJUST-modus kiezen. De modus
verandert achtereenvolgens in Pitch aan, Key
Adjust aan, en beide uit. De PITCH LED licht op
als de pitch-functie is ingeschakeld en de KEY
ADJUST-indicator in het display licht op als de
toonsoortregeling is ingeschakeld.
• RANGE:
Druk deze toets meer dan 1 seconde in om het
pitch-bereik te kiezen. Het snelheidsbereik kan
worden gekozen met de PARAMETERS-knop
tussen ±4,10,16,24 of 100%.
#0
RVS-toets
• Druk op deze toets om de RVS-modus in te
stellen.
#1
BRAKE-toets
• Druk deze toets in om de rem (BRAKE) in
werking te stellen.
#2
DRAG-S-toets
• Druk deze toets in om de driftsnelheid (DRAG-
S) in te stellen.
) of
7
7 )
met deze