Bij de verbinding met internetstations is het mogelijk dat er vanwege een groot
aantal verbindingen af en toe vertragingen ontstaan. Probeer dan wat later op-
nieuw een verbinding met de internetdienst te maken.
8.1. Vereiste netwerkmogelijkheden
Om het toestel als WLAN-radio te kunnen laten werken moet het netwerk de vol-
gende mogelijkheden bieden:
•
De voor het netwerk gebruikte router moet zijn voorzien van een DHCP-server-
functie zodat de computer of een ander apparaat in het netwerk automatisch
een IP-adres kan worden toegewezen.
•
Als u al zo'n router gebruikt, kunt u de WLAN-radio eenvoudig aan het netwerk
toevoegen.
9. Netwerkconfi guratie
Voor de internetradio zijn twee netwerkconfiguraties mogelijk: de WLAN-modus
(draadloos) of de LAN-modus (met Ethernetkabel)
•
Wanneer er een verbinding moet worden gemaakt met de Ethernetkabel, kiest
u in het configuratieprogramma de verbindingsoptie WIRED. U kunt alle instel-
lingen achteraf handmatig wijzigen in de systeeminstellingen.
•
Wanneer u beschikt over een draadloos 802.11 a/b/g/n-netwerk, kunt u de inter-
netradio verbinden met het netwerk:
Bij de eerste ingebruikname moet u een Access Point (AP) kiezen en eventueel
de netwerksleutel invoeren. Vervolgens zoekt de radio altijd automatisch toe-
gang tot dit AP. Als het AP niet meer gevonden wordt, verschijnt er een melding.
9.1. Webinterface van de internetradio weergeven
Als u het IP-adres van de internetradio in uw browser invoert, verschijnt de web-in-
terface van de internetradio.
Het huidige IP-adres vindt u onder SYSTEM SETTINGS/NETWORK/VIEW
•
SETTINGS.
•
Hier kunt u zelf een begrijpelijke naam voor uw internetradio invoeren (stan-
daard luidt de naam [MEDION]+[MAC-adres]).
10. Voeding aansluiten
Sluit de stekker van de meegeleverde adapter aan op de aansluiting DC IN van
het toestel.
Om de stroomvoorziening in te schakelen, schakelt u het toestel in met de aan/
uit-schakelaar op de achterzijde.
130