PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS...
Probleem
Het apparaat maakt lawaai.
De compressor werkt continu.
Er loopt water in de koelkast.
Er ligt water op de vloer.
De temperatuur in het appa-
raat is te laag/hoog.
Er bevindt zich teveel con-
denswater op de achterwand
van de koelkast.
6
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is niet stevig en
stabiel geplaatst.
De temperatuur is niet goed
ingesteld.
Er worden veel producten te-
gelijk geplaatst.
De omgevingstemperatuur is
te hoog.
Het voedsel dat in het appa-
raat werd geplaatst, was te
warm.
De waterafvoer is verstopt.
Producten verhinderen dat
het water in de wateropvang-
bak loopt.
De dooiwaterafvoer is niet
aangesloten op de verdam-
perbak boven de compressor.
De temperatuurknop is niet
goed ingesteld.
De temperatuur van het voed-
sel is te hoog.
Er werden veel producten te-
gelijk geplaatst.
De deur is te vaak geopend.
De deur is niet volledig geslo-
ten.
Het bewaarde voedsel was
niet ingepakt.
Oplossing
Controleer of het apparaat sta-
biel staat.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Bedie-
ning/bedieningspaneel'.
Wacht een paar uur en contro-
leer dan nogmaals de tempera-
tuur.
Zie het typeplaatje voor de kli-
maatklasse.
Laat voedsel afkoelen tot kamer-
temperatuur voordat u het op-
slaat.
Reinig de waterafvoer.
Zorg ervoor dat de producten de
achterwand niet raken.
Maak de dooiwaterafvoer vast op
de verdamperbak.
Stel een hogere/lagere tempera-
tuur in.
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
Conserveer minder producten te-
gelijk.
Open de deur alleen als het no-
dig is.
Zorg ervoor dat de deur volledig
gesloten is.
Verpak voedsel in geschikte ma-
teriaal voordat u het in het appa-
raat plaatst.