•
Als er schade aan het koelcircuit optreedt, zorg
er dan voor dat er zich geen vlammen en andere
ontstekingsbronnen in de kamer bevinden.
Ventileer de kamer goed.
•
Zet geen hete items op de kunststofonderdelen
van het apparaat.
•
Bewaar geen ontvlambare gassen en
vloeistoffen in het apparaat.
•
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
•
Raak de compressor of condensator niet aan.
Ze zijn heet.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of schade aan het apparaat.
•
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit
het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
•
Het koelcircuit van dit apparaat bevat
koolwaterstoffen. Enkel bevoegde personen
mogen de eenheid onderhouden en herladen.
BEDIENINGSPANEEL
INSCHAKELEN
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de temperatuurknop naar rechts op een
gemiddelde stand.
UITSCHAKELEN
Draai de temperatuurknop op de stand "O" om het
apparaat uit te schakelen.
TEMPERATUURREGELAAR
De temperatuur wordt automatisch geregeld.
Ga als volgt te werk om het apparaat in werking te
stellen:
1. draai de thermostaatknop op een lagere stand
om de minst koude stand te verkrijgen
2. draai de thermostaatknop op een hogere stand
om de meest koude stand te verkrijgen
4
•
Controleer regelmatig de afvoer van het
apparaat en reinig het indien nodig. Indien de
afvoer verstopt is, zal er water op de bodem van
het apparaat liggen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
•
Haal de stekker uit het stopcontact.
•
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit
weg.
•
Verwijder de deur om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
•
Het koelcircuit en de isolatiematerialen van dit
apparaat zijn ozonvriendelijk.
•
Het isolatieschuim bevat ontvlambare gassen.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
•
Veroorzaak geen schade aan het deel van de
koeleenheid dat zich naast de warmtewisselaar
bevindt.
Een gemiddelde instelling is over het
algemeen het meest geschikt. De
exacte instelling moet echter worden
gekozen rekening houdend met het feit
dat de temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
•
de kamertemperatuur
•
de frequentie waarmee de deur
wordt geopend
•
de hoeveelheid etenswaren die
wordt bewaard
•
de plek van het apparaat.
Als de omgevingstemperatuur hoog is
of als het apparaat volledig gevuld is
en de thermostaatknop op de koudste
instelling staat, kan het apparaat
continu werken waardoor er ijs op de
achterwand wordt gevormd. In dat
geval moet de knop op een hogere
temperatuur gezet worden om
automatische ontdooiing mogelijk te
maken en zodoende het
energieverbruik te beperken.