5.2 Installatie en Aansluiting
•
Het apparaat uitpakken en al het verpakkingsmateriaal verwijderen.
•
Plaats het apparaat op een vlakke en stabiele ondergrond die het gewicht van het
apparaat kan dragen en ongevoelig is voor temperatuur.
•
Plaats het apparaat nooit op een makkelijke ontvlambare ondergrond.
•
Plaats het apparaat nooit in de buurt van bronnen van open vuur, elektrische
kachels, verwarmingsketels of andere warmtebronnen.
•
Elk elektriciteitscircuit van het stopcontact moet met minimaal 16A beveiligd zijn.
Het apparaat mag alleen aangesloten worden op een wandcontactdoos; het is niet
toegestaan om verlengsnoeren of verdeelstekkers te gebruiken.
•
Plaats het apparaat dusdanig, dat u makkelijk toegang heeft tot de stekker, zodat u
indien noodzakelijk het apparaat snel los kunt koppelen van het lichtnet.
5.3 Bediening
Voor het eerste gebruik
•
Laat voor het eerste gebruik 2-3 keer water door de koffiemachine zonder gemalen
koffie lopen om het apparaat door te spoelen (5.3 „Koffiezetten", stappen 1-8).
•
Vanwege de constructie blijft er na het eerste gebruik altijd een beetje water in het
waterreservoir achter. Houd hier rekening mee als u de volgende keer vult met water.
•
Doe nooit meer water in het
waterreservoir dan past in de
koffiekan van glas die is meege-
leverd met het apparaat.
De hoeveelheid koffie die wordt
gezet komt overeen met de
hoeveelheid water in het
waterreservoir.
•
Als u per ongeluk meer water in het
waterreservoir doet, loopt het teveel
weg via de overloopslang.
•
Reinig vóór gebruik de koffiekan van glas en filterhouder zorgvuldig met warm water
en een mild schoonmaakmiddel en spoel ze vervolgens om in schoon water. Droog
ze goed af.
•
Wrijf de behuizing van het apparaat schoon met een vochtig doekje en maak hem
vervolgens droog met een droog doekje.
•
Sluit het apparaat aan op een geschikt enkelvoudig stopcontact.
•
De koffiemachine is klaar voor gebruik.
Koffiezetten
- 58 -
Overloopslang