Gebruikershandleiding – EASyS Modular S zitunit
Rugkussen
Het rugkussen wordt met het klittenband op de rugplaat bevestigd. (afb. 9). Het onderste gedeelte van het rugkussen
wordt tussen de zitting en de rugleuning naar achter doorgestoken (afb. 10). Het onderste uiteinde is voorzien van
klittenband en wordt op het achterste uiteinde van de zitplaat bevestigd om de opening tussen zitting en rugleuning te
sluiten (afb. 11).
Zijkussens
Beide zijkussentjes om de zijbuizen heen leggen, zodat de langere zijde naar binnen wijst (afb. 12). De klittenband-
sluiting ter bevestiging bevindt zich aan de binnenkant van de rugplaatkromming. Het kussentje dusdanig met klitten-
band bevestigen, dat de bovenkant ervan aan de achterzijde vlak onder kartelschroef uitkomt (afb. 13). Aansluitend het
kussentje aan de buitenzijde van de rugplaatkromming met de klittenbandsluiting vastzetten (afb. 14). De ritsen van de
zijkussentjes kunnen desgewenst naar binnen worden gestoken.
Zit-zijkussens
De zit-zijkussens kunnen via de ritssluiting geopend worden. Ze worden zo over de zitgeleidingen aan de zijkanten
getrokken, dat de ritssluiting aan de buitenzijde van achteren/boven naar voren/beneden loopt. (afb. 15).
Luifelhouders
EASyS Modular S is standaard uitgerust met luifelhouders (afb. 16). Deze kunnen desgewenst in de hoogte versteld
worden. Hiertoe draait u de schroeven van de luifelhouders los en verschuift ze op de buizen naar de gewenste positie.
Vervolgens draait u de schroeven weer vast.
Instelmogelijkheden
Zitbreedte
Voor het instellen van de zitbreedte draait u de vier soft-touch-moeren onder de zitting van de EASyS Modular S los
en verschuift u de zijelementen naar wens (afb. 17). Daarna draait u de moeren weer vast. Als de zitdiepte op de
minimumwaarde is ingesteld, richt zich de maximaal instelbare zitbreedte naar de beschikbare tussenruimte tussen de
zijkussens van de rugleuning.
Zitdiepte
U draait de beide voorste soft-touch-moeren onder de zitting van de EASyS Modular S los en trekt de zitplaat naar vo-
ren uit de stoel (afb. 17). Daarna draait u de moeren weer vast.
TIP: pak met één hand de voorste rand van de ziteenheid vast en houd deze met de andere hand aan het onderste
uiteinde van de rugleuning (midden) tegen om de zitdiepte eenvoudig in te kunnen stellen. De zitgeleiding opzij kan
eveneens in hoogte en diepte worden ingesteld. Daartoe opent u de bekleding van de zijgeleidingen via de ritssluitin-
gen en verwijdert deze. Draai daarvoor de beide kartelschroeven los, stel de gewenste hoogte en diepte in en draai de
schroeven weer vast. (afb. 18).
Rugleuninghoogte
Draai de twee kartelschroeven aan de zijbuizen los (afb. 19). Nu kan de rugleuning variabel in hoogte versteld worden
tot aan het arrêteerpunt (de veerpal klikt hoorbaar vast). Voor het verminderen van de rugleuninghoogte drukt u op de
veerpal onder de rechter kartelschroef en schuift de rugplaat omlaag tot de gewenste hoogte (afb. 20).
TIP: voor kinderen die voornamelijk liggend getransporteerd worden, biedt de uitgetrokken beugel extra veiligheid.
Rughoekverstelling
Draai de klemhendel aan de rugleuning los (afb. 21) en trek de borgpal onder de hendel eruit (afb. 22). Nu kunt u de
rugleuning in de gewenste positie brengen. Tot slot trekt u na het instellen van de positie de klemhendel weer vast.
Bij het transport van de revalidatiestoel in een voertuig moet de borgpal altijd in het boorgat vastklikken (90°-zithoek).
58