PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal en
de kookplaat wordt uitgescha-
keld.
Er weerklinkt een geluidssig-
naal als de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
De kookplaat schakelt uit.
Het indicatielampje van rest-
warmte gaat niet aan.
De automatische opwarmfunc-
tie start niet.
U kunt de buitenste ring niet
inschakelen.
Er is een donker deel op
de meervoudige zone.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aangeslo-
ten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgeslagen.
U hebt twee of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedieningspa-
neel.
U hebt een of meer tiptoetsen
afgedekt.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is gebruikt.
De zone is heet.
De hoogste verwarmingsstand
is ingesteld.
U heeft de kookstand verlaagd
van
.
Het is normaal dat er een don-
ker deel is op de meervoudige
zone.
oplossing
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan-
sluitdiagram.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Schakel de kookplaat opnieuw
in en stel de kookstand binnen
10 seconden in.
Raak slechts één tiptoets tege-
lijk aan.
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de
tiptoetsen.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als de kookzone lang genoeg
in werking is geweest om heet
te zijn, neemt u contact op met
de klantenservice.
Laat de zone voldoende afkoe-
len.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
Begin vanaf
en verhoog al-
leen de kookstand.
Schakel eerst de binnenring in.
11