Powerboost-Functie Uitschakelen; Braadsensor; Pan Voor De Braadsensor; De Braadstanden - NEFF T18TS28N Mode D'emploi

Braadsensor

nl

Powerboost-functie uitschakelen

Kies de kookzone.
1.
Stel een willekeurige doorkookstand in. De indicatie
2.
˜ verdwijnt.
De Powerboost-functie is uitgeschakeld.
Aanwijzingen
Als u de Powerboost-functie niet uitschakelt, wordt
■
deze na een bepaalde tijd automatisch
uitgeschakeld. De kookzone schakelt terug naar
kookstand 9.
Houd er rekening mee dat olie en vet met de
■
Powerboost-functie snel worden verhit. Verlies het
kookproces daarom nooit uit het oog. Oververhitte
olie en vet kunnen snel vlam vatten, zie het
hoofdstuk Belangrijke
veiligheidsaanwijzingen.~ Blz. 54
cBraadsensor
D e met het symbool
Û
B r a a d s e n s o r
twee ringen heeft een braadsensorfunctie. Wanneer u
de kookzone met de braadsensor gebruikt, regelt een
sensor de temperatuur in de pan.
Het voordeel bij het braden:
De kookzone warmt alleen op wanneer dat nodig is.
■
Dit bespaart energie.
Olie en vet raken niet oververhit.
■
Aanwijzingen
Verhit nooit vet of olie zonder erbij te blijven.
■
Zet de pan in het midden van de kookzone. Let erop
■
dat de bodem van de pan de juiste diameter heeft.
Leg geen deksel op de pan. Dan functioneert de
■
regelaar niet. U kunt een zeef met spatbescherming
gebruiken, dan functioneert de regelaar.
Gebruik alleen vet dat geschikt is om te bakken en
■
braden. Kies voor boter, margarine, extra vergine
olijfolie of varkensreuzel de braadstand 1 of 2.

Pan voor de braadsensor

Selecteer voor de werking met de braadsensor de juiste
pan.
Systeempan als extra accessoire
Een pan die optimaal geschikt is voor het braden met
de braadsensor kunt u ook kopen in de speciaalzaak of
op www.neff-eshop.com: Z9453X0
De beschikbaarheid van de pan en de mogelijkheid om
deze online te bestellen is per land verschillend.
De hierna aangegeven braadstanden zijn afgestemd op
de systeempan.
Aanwijzing: De braadsensor kan ook met al
beschikbare pannen functioneren. Test de pannen eerst
met de lage braadstanden en verander eventueel de
braadstand. Bij hogere braadstanden kan de pan
oververhit raken.
60
gemarkeerde kookzone met

De braadstanden

Braad- Temperatuur geschikt voor
stand
1 zeer laag bijv. voor het bereiden en reduceren van
sauzen, stomen van groente zonder toe-
voeging van water, maar met toevoeging
van vet, braden van levensmiddelen met
extra vergine olijfolie, boter of margarine
2 laag bijv. voor omeletten, het bakken of braden
van levensmiddelen met extra vergine
olijfolie, boter of margarine
3 laag gemid- bijv. voor het bakken of braden van vis en
deld dikke producten, zoals gehaktballen en
worstjes
4 gemiddeld bijv. voor het bakken van steaks medium
hoog of well done, gepaneerde diepvriespro-
ducten, dunne producten, zoals schnit-
zels, in reepjes gesneden vlees in saus, en
groente
5 hoog bijv. voor het bakken van steaks rare
(saignant), aardappelpannenkoekjes en
gebakken aardappels

Braadsensor instellen

Kies de juiste braadstand in de tabel. Zet de pan op de
kookzone.
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
Kies de kookzone.
Symbool aanraken. In de kookzone-indicatie is
Û
1.
het symbool verlicht en het symbool
‹
Kies de gewenste braadstand door de twist-knop te
2.
verdraaien. De braadsensor is geactiveerd. De grote
kookzone met twee ringen is automatisch
ingeschakeld.
Het symbool knippert tot de braadtemperatuur is
Û
bereikt. Dan klinkt er een signaal. Symbool
verlicht.
verschijnt.
Û
is
Û