1.0 Algemene veiligheidstips en rijbeperkingen
De techniek en constructie van deze rolstoel zijn ontworpen
voor het bieden van maximale veiligheid. Aan de momenteel
van kracht zijnde internationale veiligheidsnormen is voldaan
en zij zijn overtroffen. Toch kunnen gebruikers zichzelf in
gevaar brengen door onjuist gebruik van hun rolstoel. Voor uw
eigen veiligheid moeten de volgende regels absoluut worden
opgevolgd.
Onprofessionele of foutieve aanpassingen of instellingen
kunnen de kans op ongelukken vergroten. Als rolstoelgebruiker
maakt u, net als andere weggebruikers, deel uit van het
dagelijkse verkeer op straten en trottoirs. Wij herinneren
u er aan dat u daardoor ook onderworpen bent aan alle
verkeerswetgeving.
Wees voorzichtig tijdens uw eerste rit in deze rolstoel. Leer uw
rolstoel kennen.
Voor elk gebruik, moet het volgende worden gecontroleerd:
• Quick release assen op de achterwielen
• Velcro op de zittingen en rugleuningen
• Banden, bandendruk en parkeerremmen.
Alvorens aanpassingen van deze rolstoel te wijzigen,
is het belangrijk het bijbehorende deel van de
gebruiksaanwijzing te lezen.
Het is mogelijk dat de rolstoel door kuilen of oneffen
oppervlakken kan kantelen, in het bijzonder wanneer heuvel
op of af wordt gereden. Wanneer over een trede of helling op
wordt gereden, moet het lichaam naar voren zijn gebogen.
Fig. A
Simba
GEVAAR!
• Overschrijd NOOIT de maximale belasting van 65 kg voor
bestuurder plus voorwerpen die op de rolstoel worden
meegenomen. Let op de informatie betreffende gewichten voor
de lichtgewichtopties. Deze worden apart vermeld. Als u de
maximale belasting overschrijdt, kan dit leiden tot schade aan de
stoel, of u kunt omvallen of omkantelen, de controle verliezen, wat
ernstig letsel aan de gebruiker en andere personen tot gevolg kan
hebben.
• Om vallen en gevaarlijke situaties te voorkomen, is het verstandig
om eerst met uw nieuwe rolstoel te oefenen op een vlakke
ondergrond, bij goed zicht.
• Deze rolstoel mag alleen worden gebruikt om één persoon per
keer te vervoeren. Iedere andere manier van gebruik komt niet
overeen met het bedoelde gebruik.
• Gebruik de voetplaten niet als u in of uit de rolstoel stapt. Deze
moeten van tevoren omhoog worden geklapt en zo ver mogelijk
naar buiten worden gedraaid.
• Afhankelijk van de diameter en instelling van de zwenkwielen
evenals de instelling van het zwaartepunt van de rolstoel, kunnen
de zwenkwielen op hoge snelheid beginnen te trillen. Hierdoor
kunnen de zwenkwielen geblokkeerd raken en kan de rolstoel
omkantelen. Zorg er daarom goed voor dat de zwenkwielen goed
zijn aangepast (zie het hoofdstuk "Zwenkwielen").
• Rijd met name niet op een helling zonder remmen en rijd op lage
snelheid. Bij hogere snelheden, afhankelijk van de uitvoering en/
of de lichamelijke constitutie en de fysieke capaciteiten van de
gebruiker, kunnen de zwenkwielen onverwachts wiebelen. Dit kan
leiden tot letsel bij de gebruiker.
• Onderzoek het effect van het veranderen van het zwaartepunt op
het gedrag van de rolstoel op bijvoorbeeld hellingen of wanneer u
obstakels neemt. Doe dit met de hulp van een begeleider
• We raden aan dat nieuwe gebruikers anti-tip gebruiken.
• Met anti-tip kan de stoel niet onbedoeld achterover kantelen.
Ze mogen in geen geval de transitwielen vervangen en gebruikt
worden om een persoon in een rolstoel te vervoeren als de
achterwielen zijn verwijderd.
• Met extreme instellingen (bijv. achterwielen in de voorste positie)
en minder dan perfecte houding, kan de rolstoel zelfs op een
effen oppervlak omkantelen.
• Leun met uw bovenlichaam naar voren als u hellingen en
opstapjes opgaat.
• Leun met uw bovenlichaam verder naar achteren, wanneer u van
een helling of afstapje afgaat.
• Wanneer op de rolstoel gemonteerde mobiliteitsaccessoires
worden gebruikt, zoals handbikes, elektrische
aandrijfondersteuning, etc. verzeker u er dan van dat uw rolstoel
is uitgerust met de juiste, voor dit gebruik goedgekeurde,
voorvorken. Neem bij vragen contact op met uw dealer.
• NB: in sommige uitvoeringen kan de rolstoel breder zijn dan 700
mm. In dat geval kan het in bepaalde omstandigheden onmogelijk
zijn om sommige, of alle, beschikbare vluchtroutes uit een
gebouw te gebruiken. Het kan moeilijker of onmogelijk zijn om
met openbaar vervoer te reizen.
95
Rev.H