6. WERKINGSONREGELMATIGHEID
ANOMALIE
Het apparaat werkt niet, het
controlelampje
verwarming
gaat niet aan.
Het apparaat staat aan maar
warmt
niet
op.
controlelampje verwarming blijft
uit.
De gevraagde temperatuur is
niet bereikt.
Het verwarmingselement stopt
na een bepaalde tijd.
NOTITIE
De bovengenoemde storingen worden slechts ter indicatie genoemd en blijven virtueel. Neem bij twijfel
contact op met uw dealer.
NOTITIE
Afval van gebruikte apparaten: elk gebruikt apparaat moet bij verwijdering voldoen aan de geldende
voorschriften in het land *. Het is essentieel om het apparaat onbruikbaar te maken voordat u het weggooit
door de voedingskabel te verwijderen.
* in termen van ecologie en recycling
OORZAKEN
>
De
voedingskabel
aangesloten.
>
De
voedingszekering
doorgeslagen.
> De voedingseenheid werkt niet.
>
De
veiligheidsthermostaat
geactiveerd.
>
De
veiligheidsthermostaat
beschadigd.
>
De
veiligheidsthermostaat
gestart.
Het
> De weerstand werkt niet meer.
>
Contact
met
verwarmingselement.
Thermostaat is beschadigd.
De veiligheidsthermostaat is gestart.
is
niet
> Sluit de voedingskabel correct
aan.
is
> Controleer al uw zekeringen.
> Controleer de locatie van de doos.
is
> Druk op de resetknop in de doos.
is
> Neem contact op met uw dealer.
is
Neem contact op met uw dealer.
beschadigd
Neem contact op met uw dealer.
Druk op de Reset-knop in de
verdeelkast.
NL
UITLEG