INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
Branders en roosters
Deze delen mogen verwijderd worden om de
reiniging te vergemakkelijken.
De branders moeten schoongemaakt worden
met een spons, water en zeep of met een lichte
detergent, daarna goed afgedroogd worden
en terug op de juiste plaats gezet worden.
Controleren of de verspreidingskanalen voor de
vlammen niet verstopt zitten.
Controleren of de sonde van het veiligheidsventiel
BELANGRIJKE WAARSCHUWING
DE HIERNA VERMELDE HANDELINGEN MOETEN UITGEVOERD WORDEN VOLGENS DE VAN
KRACHT ZIJNDE NORMEN, UITSLUITEND DOOR GESCHOOLD PERSONEEL.
DE FABRIKANT WIJST ALLE VERANTWOORDELIJKHEID AF VOOR SCHADE AAN MENSEN,
DIEREN OF ZAKEN DIE HET GEVOLG IS VAN DE NIET-NALEVING VAN DEZE BEPALINGEN.
INSTALLATIE
Montage van het kookvlak.
Het toestel is vervaardigd om ingebouwd te
worden in meubels die warmtebestendig zijn.
De wanden van de meubels moeten bestand zijn
tegen een temperatuur van minstens 90°C.
Het toestel is van het type "Y", dit wil zeggen dat et
geïnstalleerd mag worden met één enkele laterale
wand, rechts of links van het kookvlak.
Vermijd de installatie van het toestel in de
nabijheid van ontvlambare materialen zoals
gordijnen, keukenhanddoeken, enz...
Een opening maken, in het blad van het meubel,
met de afmetingen aangeduid in figuur 3; daarbij
moet men een afstand houden van minstens
50 mm tussen de rand van het toestel en de
aangrenzende wanden.
MODEL
PC601
PC751
PC905
In geval van aanwezigheid van een muurkast
boven het kookvlak, moet men een minimale
afstand van 760 mm tussen het meubel en het
werkblad voorzien.
Het is aanbevolen het toestel te isoleren van het
meubel dat er zich onder bevindt, door middel
van een separator en een depressie-ruimte van
minstens 10 mm (figuur 4).
Indien het toestel wordt aangebracht op een
basis met oven moeten de noodzakelijke
voorzorgsmaatregelen worden getroffen, om
te garanderen dat de installatie voldoet aan de
L (mm)
P (mm)
560
480
690
480
805
480
en de ontstekingselektrode goed proper zijn om
een optimale werking te garanderen.
Gaskranen
Het eventuele smeren van de kranen moet
uitsluitend uitgevoerd worden door gespecialiseerd
personeel.
Als de gaskranen moeilijk beginnen te draaien
of een abnormale werking vertonen, contact
opnemen met de dienst na verkoop.
veiligheidsvoorschriften. Besteed er bijzondere
aandacht aan dat de elektriciteitskabel en de
toevoerbuis zodanig zijn geplaatst dat deze niet
in aanraking komen met de hete delen van de
behuizing van de oven. In geval van installatie
op een oven zonder geforceerde koelventilatie
moet voor een goede ventilatie voor een geschikte
luchttoevoer worden gezorgd met een ingang die
minstens 200cm 2 kleiner is en een uitgang die
groter is dan minstens 60 cm 2 .
Bevestiging van het kookvlak
Ieder kookvlak is voorzien van een speciale
dichting. Bovendien wordt een reeks haken
geleverd, die gebruikt moeten worden om de plaat
te bevestigen.
Afhankelijk van het type bodem wordt het
geschikte type bevestigingshaak geleverd (haak A
of haak B).
Handel als volgt voor de installatie:
- Verwijder de roosters en branders van het
kookvlak.
- Draai het toestel om en breng dichting S langs de
buitenrand aan (fig. 5).
- Breng het kookvlak in de opening aan die in
het meubel is gemaakt en zet hem vast met de
schroeven V van de bevestigingshaken G (fig.
6/6A).
Plaats van installatie
D i t t o e s t e l i s n i e t u i t g e r u s t m e t e e n
evacuatiesysteem voor de producten van de
verbranding; het is dus noodzakelijk de rook naar
buiten te evacueren met behulp van een dampkap
of een elektrische ventilator die geactiveerd wordt
telkens men het toestel gebruikt.
12