Instelling carburator
De carburateur wordt in de fabriek optimaal ingesteld. Afhan-
kelijk van de gebruikslocatie (gebergte, laagland) moet de
instelling van de carburateur eventueel worden aangepast.
De carburateur heeft 3 stelschroeven:
• Stationair-aanslagschroef "T" (Pos.16)
• Regelschroef "L" voor het mengsel bij stationair toerental (Pos.17)
• Regelschroef "H" voor het mengsel bij vollast (Pos.17)
De regelschroeven voor het mengsel bij stationair
toerental (L) en het mengsel bij vollast (H) mogen
enkel worden ingesteld door vakmensen.
Geringe correcties van de instelling van het standgas op het in
de technische gegevens vermelde gemiddelde stationaire
toerental, kunnen als volgt worden uitgevoerd met de statio-
nair-aanslagschroef (T) en met behulp van een toerentalmeter:
-
Als het stationair toerental te groot is, draait u de statio-
nair-aanslagschroef (T) iets open door linksom te draaien.
-
Als het stationair toerental te laag is (de motor blijft dus
staan), draait u de stationair aanslagschroef (T) iets dicht door
rechtsom te draaien tot de motor gelijkmatig loopt.
Het snijwerktuig mag nooit worden aange-
dreven bij stationair toerental!
Als een optimale instelling van de carburateur niet kan wor-
den verkregen door de stationair-aanslagschroef "T" te corri-
geren, dient u de carburateur optimaal te laten instellen in
een erkende werkplaats.
Volgende instructies zijn bedoeld voor de erkende werkplaats.
Gebruik de D-CUT-carburateursleutel: (SOLO bestelnr.: 00 80 537)
om de regelschroef (L) voor het mengsel bij stationair toerental
en de regelschroef (H) voor het mengsel bij vollast te corrigeren.
Gebruik de carburateursleutel Limitercaps: De regelschroeven voor
het mengsel voor de onbelaste loop en het mengsel voor de volledig
belaste loop kunnen slechts in een beperkt bereik worden omgezet.
Voor een correcte instelling van het stationair toerental moet de
luchtfilter schoon zijn! Laat de motor warmdraaien voor u de
instelling uitvoert. De in de technische gegevens vermelde waar-
den voor het gemiddelde stationair toerental en voor het maxi-
maal toegelaten toptoerental moeten worden nageleefd.
Opgelet: De carburateur wordt ingesteld
om een maximaal motorvermogen te verze-
keren. Voor de instelling moet in elk geval
een "toerentalmeter" worden gebruikt!
Trillingsdemping (fig. 47)
Indien de trillingen aan de handgreep na langere gebruiksduur
aanzienlijk toenemen (in verhouding tot de nieuwe staat bij
aankoop), moeten de dempingselementen (metalen trildempers)
gecontroleerd worden op beschadiging en eventueel vervangen
worden.
Opgelet! Werken met defekte trillingsdemping aan
de machine, schaadt uw gezondheid!
Kettingaandrijfwiel en koppeling (fig. 48)
Voor het omleggen van een nieuwe zaagketting moet de
toestand van het kettingwiel gecontroleerd worden.
Uitgesleten kettingwielen leiden tot beschadiging van uw nieuwe
zaagketting.
Het lager van de koppelingsklok wordt bij motorzagen bijzonder
zwaar belast. Het moet derhalve op regelmatige tijdstippen met
een goed lagervet (b.v. Mobiltemp 78 of dergelijke) gesmeerd
worden (zie onderhoudsschema).
Kettingwiel en koppeling vervangen
De koppeling is op de krukas aangeschroefd. Opgelet: linkse
draad! d.w.z. afschroeven in wijzerzin.
Letten op de juiste montagevolgorde en inbouwpositie. Voor
het vervangen van kettingwiel en koppeling is ten dele speciaal
gereedschap noodzakelijk. Laat dit werk door een bevoegde
onderhoudsdienst uitvoeren.
Onderhoud van de uitlaat
Een defecte uitlaat betekent verhoogd brandgevaar en kan tot
gehoorstoornissen leiden. Controleer op regelmatige tijdstippen
de uitlaat en de bevestiging ervan.
Opgelet! Nooit de verhitte uitlaat aanraken!
Ontstekingskaars vervangen
Opgelet! Nooit de ontstekingskaars of de stekker
aanraken als de motor draait (hoogspanning).
Onderhoudswerkzaamheden enkel met stilgelegde motor
uitvoeren.
Bij verhitte motor is gevaar voor brandwonden. Beschermende
handschoenen dragen.
Ontstekingsstoornissen die door het vervangen van de
ontstekingskaar niet verholpen werden, kunnen enkel in een
bevoegde onderhoudsdienst m.a.w. door een vakhandel van
Fa. SOLO KLEINMOTOREN hersteld worden.
Richtlijnen voor de ontstekingskaars: (fig.49)
Hittewaarde = 200
Afstand van de electroden = 0,5 mm
Elk opzoeken van storing in de ontsteking moet bij de
ontstekingskaars beginnen.
Kontrole van de ontstekingsvonk:
- Uitgeschroefde ontstekingskaars met aangekoppelde
ontstekingskabel met een geïsoleerde tang tegen de
motorribben houden (niet in de nabijheid van de opening waar
de ontstekingskaars ingeschroefd wordt!).
- Kortsluitschakelaar in de positie „I".
- Starterkoord krachtig uittrekken.
Bij onberispelijke werking moet een zichtbare vonk aan de
electroden overspringen (fig.50).
Opbergen van de motorzaag.
De motorzaag in een droge ruimte opbergen en de
kettingbeschermer aanbrengen.
Een speciale methode om de motor te bewaren is overbodig
indien men de speciale 2-takt olie CASTROL SUPER TT gebruikt.
Voor een langere opbergingstijd moeten de benzine- en olietank
volledig geledigd worden.
Let hiervoor bijzonder op de voorschriften bij het gebruik van
biologische kettingolie.
56