in een analoge twee-kanaals registratie.
Gedurende de weergave worden middels een
Dolby Pro-Logic (II) decoder de vier kanalen
weer uitelkaar gehaald en gevoed aan de juiste
luidsprekers.
De oorspronkelijke surroundweergave bij Dolby
Pro-Logic is mono en heeft maar een beperkt
frequentiebereik. De meer geavanceerde
decoder die in de RSX-1056 gebruikt wordt
is van het type Dolby Pro-Logic II en biedt ste-
reo en een groter frequentiebereik voor de
surroundkanalen, waardoor de algehele
kwaliteitsindruk danig verbetert.
Dolby Pro-Logic II decodering moet eigenlijk
worden toegepast op alle analoge soundtracks
of opnames in "Dolby Surround" en op die,
die gemaakt zijn in Dolby Digital 2.0. Hoewel
Dolby Pro-Logic II ontworpen is om Dolby
soundtracks te decoderen is ze ook uitstekend
geschikt om aanvaardbaar rondom geluid te
ontlokken aan gewone tweekanalige stereo
opnames, door gebruik te maken van
faseverhoudingen in het aangeboden signaal.
Een speciale "muziekstand" maakt Pro Logic
II een uitstekende keuze voor de weergave
van gewone audio cd's.
Dolby Digital
In 1992 werd in de filmindustrie een volkomen
nieuw digitaal opnamesysteem geïntroduceerd:
Dolby Digital. Dolby Digital is een opname/
weergavesysteem, dat in grote mate van
compressietechniek gebruikt maakt om veel
audio-informatie op een zeer efficiënte wijze
op te slaan. Ongeveer net zoals JPEG op zeer
efficiënte wijze groot fotomateriaal opslaat op
de computer. Dolby Digital is het standaard
audioformaat voor dvd en de digitale tv in de
Verenigde Staten.
Dolby Digital kan tot 6 kanalen geluid
tegelijkertijd opnemen, maar kan uiteraard ook
voor minder kanalen gebruikt worden.
Voorbeeld: een Dolby Digital 2.0 opname kan
een stereo-opname zijn van een matrix sur-
round soundtrack. Om een dergelijke
soundtrack te decoderen gebruikt u Dolby Pro-
Logic II zoals hierboven omschreven.
Van de Dolby Digital systemen is Dolby Digi-
tal 5.1 zowel in de filmindustrie als in het
thuistheatercircuit het meest verbreid. I.p.v.
meerdere kanalen in een twee kanalen ste-
reo-opname te coderen, worden bij Dolby
Digital vijf losse geluidssporen in een digitale
datastroom gecodeerd: links, midden, rechts,
65
twee surroundsporen en een speciaal effectspoor
voor de ultra lage tonen, die door een subwoofer
weergegeven moeten worden. Bij weergave
zorgt een speciale processor dat de individuele
kanalen weer uit de digitale datastroom gehaald
worden en geleid worden naar de
respectievelijke eindversterkers en luidsprekers.
Alle vijf kanalen zijn identiek in al hun aspecten.
Dit
lezende
zult
u
begrijpen
surroundweergave d.m.v. dit systeem beduidend
beter klinkt dan Dolby Pro-Logic of gewone Dolby
Surround.
Het decoderen van Dolby Digital 5.1 signaal
geschiedt automatisch. Zodra de RSX-1056
een Dolby Digital signaal aan één van zijn
digitale ingangen ontdekt, wordt het correcte
decoderingsproces gestart. Weet, dat Dolby
Digital signaal alleen door digitale bronnen
(zoals dvd, laserdisc, digitale tv of radio via
satelliet of kabel) kan worden geleverd. U moet
dus een digitale bron middels een digitale kabel
(optisch of coaxiaal) op een actieve digitale
ingang van de RSX-1056 aansluiten.
: Veel dvd-schijfjes hebben
EXTRA INFORMATIE
o.a. een Dolby Digital 2.0 geluidsspoor, dat
gedecodeerd moet worden met de analoge
Dolby Pro-Logic II processor. Vaak heeft dit
2.0 spoor ook nog prioriteit. U moet dan ook,
wanneer u een dvd-schijfje in de speler doet,
kijken of de Dolby Digital 5.1 processor van
uw RSX-1056 geactiveerd wordt, zo niet dan
moet u in het menu van dat schijfje onder het
kopje "Audio", "Languages" of "Setup Op-
tions" alsnog kiezen voor Dolby Digital 5.1
(of DTS, zie volgend hoofdstuk)
DTS 5.1
DTS 96/24
DTS (Digital Theater Systems) is een
concurrerend alternatief van Dolby Digital en
dat geldt voor zowel de theater- als voor de
thuisbioscoopwereld. De basismogelijkheden
en functies van beide systemen is hoegenaamd
gelijk (b.v. de 5.1 onafhankelijke kanalen).
De compressietechniek en het (de)codeerproces
zijn echter zeer verschillend, voor DTS-
weergave heeft u dan ook een speciale pro-
cessor nodig.
Onlangs is er een uitbreiding op DTS
verschenen: DTS 96/24. Deze opnames
leveren de kwaliteit van opnames met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz., ondanks
dat ze gebruik maken van de standaard
bemonsteringsfrequentie van 48 kHz. zoals
bij standaard DTS schijfjes.
Ook, gelijk aan Dolby Digital, kan DTS alleen
toegepast worden in een digitaal signaal en
is dan ook alleen maar beschikbaar op digitaal
materiaal zoals dvd-schijfjes, laserdiscs en
ander digitaal bronmateriaal. U moet dus ook
voor DTS-weergave uw dvd-speler op een
digitale ingang van de RSX-1056 aansluiten.
Als bij Dolby Digital geschiedt de decodering
dat
van DTS bij de RSX-1056 automatisch.
: Dvd-schijfjes met een DTS
EXTRA INFORMATIE
geluidsspoor
hebben
geconfigureerd als een optie naast het Dolby
Surroundformaat. Om DTS weergave te
verkrijgen moet u in het menu van het dvd-
schijfje expliciet kiezen voor de optie DTS
i.p.v. Dolby Surround of Dolby Digital 5.1.
De meeste dvd-spelers die DTS-weergave aan
boord hebben, hebben deze optie in het
menu niet aanstaan. Als u dan ook een DTS
schijfje in zo'n speler probeert weer te geven,
hoort u niets. Activeer in het configuratiemenu
van uw dvd-speler de DTS bitstream optie om
van DTS-weergave te kunnen genieten . Deze
instelling hoeft u maar eenmaal te maken.
Sla even de gebruiksaanwijzing van uw dvd-
speler er op na voor verdere details.
DTS Neo:6
Uw RSX-1056 biedt u nog een tweede type
DTS decodering: DTS Neo:6. Dit systeem lijkt
op Dolby Pro-Logic II omdat het ook twee
kanalen opnames, met of zonder matrix, naar
surround vertaalt. DTS Neo:6 kan op iedere
conventionele tweekanalenbron aangewend
worden, zoals stereo tv, stereo radio-
uitzendingen of een cd. U kunt het ook
gebruiken als gezond alternatief voor Dolby
Surround opnames. U activeert de DTS Neo:6
processor middels de DTS Neo:6 toets, elders
in dit hoofdstuk besproken. DTS Neo:6 wordt
niet gebruikt bij DTS 5.1 digitale opnames u
moet die laatstgenoemde toets dan ook niet
indrukken.
Dolby Digital Surround EX
DTS-ES
6.1 en 7.1 Surroundweergave
In 1999 werd de eerste film uitgebracht met
een extra middenachter kanaal. Het is bedoeld
om wat meer richting te geven aan de effecten
die komen vanachter de toeschouwer. Dit extra
kanaal is op matrixwijze ingebed in de
surroundkanalen van het 5.1 formaat.
Ongeveer zoals de surroundkanalen bij Dolby
Nederlands
dat
meestal