Het schijfje is apart instelbaar, zodat de ogen van de ge-
bruiker tijdens het slijpen beschermd zijn.
m Elektrische aansluitingen
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aange-
sloten.
De elektrische aansluiting voldoet aan de van toepassing
zijnde VDE- en DIN-bepalingen.
Ook de door de klant gebruikte netaansluiting en de ge-
bruikte verlengkabel moeten aan deze voorschriften vol-
doen.
Installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan
de elektrische installatie mogen alleen door een vakman
worden uitgevoerd.
Belangrijke aanwijzingen
De elektromotor is uitgevoerd voor toepassingscategorie
S1.
Bij overbelasting van de motor schakelt deze zelfstandig
uit. Na een afkoelingstijd (van uiteenlopende duur) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
Aanwijzingen voor de bediening
Voor de ingebruikname van de slijpmachine dient u de vol-
gende punten in acht te nemen:
• Bedien de hoofdschakelaar. Wacht af, tot de slijpschijf
het hoogste toerental bereikt. Begin pas dan met slij-
pen.
• Houd het werkstuk stevig op de materiaalsteun gedrukt
en beweeg het langzaam en gelijkmatig over de slijp-
schijf.
• Door het slijpproces kan de draaisnelheid van de slijp-
schijf afnemen. Oefen dan wat minder druk uit, tot de
schijf weer de maximale draaisnelheid heeft bereikt.
LET OP:
• Kleine werkstukken moeten met een tang of soortgelijk
gereedschap worden vastgehouden.
• Gebruik alleen met de kopse kant van de slijpschijf om
te slijpen, nooit de zijvlakken.
• Omdat de meeste materialen bij het slijpen warm wor-
den, moet uiterst voorzichtig met het werkstuk worden
om gegaan.
Vervangen van de slijpschijf
WAARSCHUWING: Om letsel tengevolge van onopzettelijk
starten van de machine te voorkomen, moet het appa-
raat altijd zijn uitgeschakeld (schakelaar op "0"), en de
stroomstekker uit het stopcontact zijn gehaald, voordat u
de slijpdisk wisselt.
• Draai vonkenvanger en beschermingsschijf los en trek
ze zo ver mogelijk naar buiten, laat ze echter aan de ma-
chine.
• Maak de materiaalsteun los en trek deze zo ver mogelijk
naar buiten.
• Draai de schroeven eruit en verwijder de sluitplaat.
• Verwijder de buitenste flens en de oude slijpschijf, plaats
de nieuwe slijpschijf.
LET OP:
• Laat de kartonnen schijven die zich aan de zijkanten van
de nieuwe slijpschijf bevinden, zitten, deponeer ze niet
bij het afval; deze ondersteunen namelijk de vaste grip
van de flens op de slijpschijf.
• Controleer de nieuwe slijpschijf op scheuren en andere
zichtbare beschadigingen en gebruik de schijf in voor-
komende gevallen niet.
• Breng flens en moer weer aan.
• Trek de moer met behulp van een moersleutel niet té
vast aan, daar de slijpschijf anders kan breken.
• Breng de sluitplaat weer aan.
• Breng materiaalsteun, vonkenvanger en beschermings-
schijf opnieuw aan en stel ze af, volgens de aanwijzingen
in de montagehandleiding.
Het wisselen van de schuurband
• Zet het apparaat uit en haal de stekker uit het contact.
• Demonteer de bevestigingsschroef (fig. 1, nr. 13).
• Demonteer de schuurbandbeschermingsplaat (fig. 1, nr.
11).
• Maak de instelschroef los (fig.5, nr. 15), druk deze naar
beneden met de bandschijf en verwijder de schuurband
zijdelings.
• Druk de instelschroef (fig. 5, nr.15) naar beneden met
de bandschijf, plaats de nieuwe schuurband op de rollers
(wanneer u dit doet dient u op te letten op de richting
van de bandbeweging – zie richtingaanwijzende pijl aan
de binnenkant van de band) en draai de instelschroef
opnieuw vast.
• Om zeker te zijn van een zeer nauwkeurige plaatsing, de
schuurband met de hand draaien. Tijdens het gebruik,
aanpassen met het aanpassingshandvat (fig. 5, nr. 14)
• Monteer de beschermklep (11) en zet vast met de beves-
tigingsschroef (13).
• Schakel de machine voor korte tijd uit, test het lopen
van de band nog een keer en pas indien nodig opnieuw
aan.
m Beoogde toepassing
• De machine voldoet aan de vigerende EG-machine-
richtlijn.
• De veiligheids-, werk- en onderhoudsvoorschriften van
de fabrikant en de in de technische gegevens aangege-
ven afmetingen moeten worden aangehouden.
• Ook de van toepassing zijnde ongevallenpreventievoor-
schriften en de overige, algemeen erkende veiligheids-
tech nische regels moeten worden nageleefd.
• Alleen ter zake kundige personen, die met de machine
vertrouwd zijn en op de hoogte zijn van de potentiële
gevaren, mogen haar gebruiken, onderhouden en repa-
reren. Eigenmachtig aan de machine aangebrachte ver-
an deringen sluiten aansprakelijkheid van de fabrikant
voor daaruit voortkomende schade uit.
• Bij het gebruik van de machine zijn alleen originele
acces soires en originele gereedschappen van de fabri-
kant toe gestaan.
• Ieder hier buiten vallend gebruik moet worden be-
schouwd als zijnde niet conform de voorschriften. De fa-
brikant acht zich niet aansprakelijk voor hieruit ontstane
schade, het risico berust uitsluitend bij de gebruiker.
m Restrisico's
De machine is gebouwd naar de huidige stand van de
techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Des-
ondanks kunnen tijdens het werken met de machine be-
paalde restrisico's optreden.
• De roterende slijpdisk en schuurdisk kunnen gevaar
opleveren of letsel veroorzaken aan vingers en handen
bij het niet op de juiste manier invoeren of op de band
plaatsen van het gereedschap dat moet worden gesle-
pen.
• Bij ondoelmatig vastklemmen of geleiden kan door weg-
schietende werkstukken letsel ontstaan.
nederlandse 21