Het rechtuitrijden klopt niet.
• Stel het rechtuitrijden op de zender af met de bijhorende trimfunctie voor de stuurfunctie.
• Controleer de stuurstangen, resp. de instelling voor het spoor.
• Heeft het voertuig een ongeval gehad? Dan controleert u het voertuig op defecte of gebroken onderdelen en ver-
vangt u deze.
Sturen in tegenstelling tot de beweging van de stuurwiel op de zender
• Controleer de Reverse-instelling voor de sturing op de zender en schakel deze om.
Rijfunctie in tegenstelling tot de beweging van de gas-/remhendel op de zender
Juist is: Het voertuig moet vooruit rijden wanneer de gas-/remhendel op de zender in de richting van de handgreep
wordt getrokken, resp. achteruit rijden wanneer de gas-/remhendel op de zender van de handgreep weg wordt ge-
schoven (zie hoofdstuk 8. h).
• Activeer op de zender de Reverse-instelling voor de rijfunctie.
• Wanneer de brushless-motor van de rijregelaar wordt uitgeschakeld en opnieuw wordt ingeschakeld, dan klopt de
toewijzing van de 3 verbindingskabels tussen motor en rijregelaar niet. Wissel gewoon twee van de drie kabels
tussen motor en rijregelaar met elkaar. Deze keert de draairichting van de Brushless motor om (evt. bij dit voertuig
niet mogelijk, aangezien de kabels niet vast zijn gesoldeerd en er zich tussen motor en rijregelaar geen stekker-
verbinding bevindt).
De besturing functioneert niet of niet juist, stuuruitslag op voertuig te gering
• Als de zender een Dualrate-instelling aanbiedt, controleert u deze (gebruiksaanwijzing voor de zender raadplegen).
Bij een te geringe Dualrate-instelling reageert de stuurservo niet meer.
Hetzelfde geldt voor de zgn. EPA-instelling (= "End-Point-Adjustment", instelling van de eindposities voor de servoweg
voor de bescherming van de servomechaniek) indien dit op de zender beschikbaar is.
• Controleer de stuurmechaniek op losse onderdelen; controleer vb. of de servo-arm juist op de servo is bevestigd.
Controleer bovendien, of de stuurmechaniek geblokkeerd is, vb. door steentjes, zand, etc.
De boot vaart niet achteruit.
• Programmeer de volgasposities voor vooruit/achteruit rijden en de neutrale stand opnieuw, zie hoofdstuk 10. a).
• Wanneer u de rijregelaar met de programmeerkaart (niet in de leveringsomvang inbegrepen, als accessoire te
bestellen), dan controleert u of u het achteruit rijden heeft uitgeschakeld.
100