Anleitung PBS 1835 SPK1
het neerkomen van de boom zo lang mogelijk te control-
eren.
LET OP: Ga nooit voor een boom gaan
staan die ingekeept is. Breng de velsnede
(D) aan de andere kant van de boom aan,
ca. 3-5 cm boven de onderkant van de
inkeping (C) (fig. 13).
13
Zaag de boomstam nooit helemaal door. Er moet altijd
een verankeringspunt blijven staan. Het veranker-
ingspunt houdt de boom op zijn plaats. Als de boom
helemaal wordt doorgezaagd kunt u de valrichting niet
meer controleren.
Steek een wig of een velhefboom de snede in nog voor-
dat de boom onstabiel wordt en begint te bewegen. Op
die manier kan de geleiderail niet in de velsnede worden
vastgeklemd als u de valrichting verkeerd heeft geschat.
Verbiedt toeschouwers de toegang tot het gebied waar
de boom gaat neerkomen voordat u hem omverduwt.
LET OP: Voordat u de definitieve snede
uitvoert, dient u er zich van te vergewissen
dat geen toeschouwers, dieren of hin-
dernissen op de plaats aanwezig zijn waar
de boom neerkomt.
VELSNEDE:
1. Voorkom het vastklemmen van de geleiderail of de
ketting (B) in de snede d.m.v. houten of plastiek
wiggen (A). Wiggen controleren eveneens het vellen
(fig. 14 A).
2. Is de diameter van het te snijden hout groter dan de
lengte van de geleiderail, maakt u twee sneden zoals
getoond in de figuur (fig. 14 B).
14A
B
A
LET OP: Als de velsnede het veranker-
ingspunt nadert, begint de boom te vallen.
Zodra de boom begint neer te komen trekt u
de zaag de snede uit, stopt u de motor, legt
u de kettingzaag neer en verlaat u de plaats
via het terugtrekpad (fig. 12).
VERWIJDEREN VAN TAKKEN
Takken worden van de gevelde boom verwijderd.
Verwijder de steuntakken (A) pas als de stam op lengte
is gesneden (fig. 15). Takken waarop spanning staat
28.04.2006
9:03 Uhr
Seite 45
dienen van beneden naar boven te worden gesneden
zodat de kettingzaag niet kan worden vastgeklemd.
LET OP: Snij nooit takken van de boom ter-
wijl u op de boomstam staat.
15
16A
A
16B
2
16C
1
OP LENGTE SNIJDEN
Snij een gevelde boomstam op de juiste lengte. Let erop
dat u veilig staat en ga aan de bovenkant van de stam
gaan staan als u op een helling zaagt. De stam moet
indien mogelijk ondersteund zijn zodat het af te snijden
einde niet op de grond ligt. Als de beide einden van de
stam ondersteund zijn en u in het midden moet snijden,
maak dan een halve snede van boven door de stam en
vervolgens de snede van beneden naar boven.
Daardoor voorkomt u het vastklemmen van de gelei-
derail en de ketting in de stam. Let er goed op dat de
ketting bij het op maat snijden niet de grond in snijdt
want daardoor wordt de ketting snel bot. Ga bij het op
maat snijden altijd aan de bovenkant van de helling gaan
staan.
1. Stam over de totale lengte ondersteund: snij van
boven en let er goed op niet de grond in te snijden
(fig. 16 A).
2. Stam aan slechts één uiteinde ondersteund: snij eerst
1/3 van de stamdiameter van beneden naar boven om
het afbreken te voorkomen. Snij dan van boven naar
de eerste snede toe om het vastklemmen te vermij
den (fig. 16 B).
3. Stam aan de beide uiteinden ondersteund: snij eerst
1/3 van de stamdiameter van boven naar beneden om
het afbreken te voorkomen. Snij dan van beneden
14B
naar de eerste snede toe om het vastklemmen te ver
mijden (fig. 16 C).
AANWIJZING: Om een boomstam op lengte te snijden
gebruikt u best een zaagbok. Is dit niet mogelijk is het
aan te raden de stam op te tillen of te ondersteunen
m.b.v. stronken van takken of via steunblokken. Zorg
ervoor dat de te snijden stam veilig is ondersteund.
OP LENGTE SNIJDEN OP EEN ZAAGBOK
Voor uw veiligheid en om het zaagwerk te vergemakke-
lijken is de juiste positie vereist om de stam recht naar
beneden op lengte te snijden (fig. 17).
VERTICAAL SNIJDEN:
A. Hou de zaag met de beide handen vast en leidt ze
tijdens het snijden rechts aan uw lichaam voorbij.
B. Hou de linkerarm zo recht mogelijk.
C. Verdeel uw gewicht op beide voeten (fig. 17).
NL
1
2
45