NL
3.2
Volgende punten beschrijven het aan- en uitzetten van de scooter. De nummers tussen
haakjes verwijzen naar Figuur 3.
AAN zetten met AAN/UIT
schakelaar (27)
UIT zetten met
schakelaar (27)
Automatisch UITschakelen
(tijd)
3.3
3.3.1 Toelichting
Uw scooter is uitgevoerd met elektromagnetische remmen. Deze remmen werken automatisch
indien de vrijloophendel (14) in de achterste stand staat, zie Figuur 6. In deze situatie komen
de remmen automatisch in als:
•
de scooter UIT staat of;
•
de scooter AAN staat en de bedieningshendels losgelaten worden.
Figuur 6
Aan- en uitschakelen
Plaats de sleutel in schakelaar (27) en draai de sleutel in
wijzerzin om (AAN).
De lampjes van de statusweergave (21) gaan enkel
seconden aan als de sleutel omgedraaid is (gedurende zelf-
test). De batterijstatus (24) blijft zichtbaar. Zie ook §3.5.1.
AAN/UIT
Draai de sleutel in schakelaar (27) in tegenwijzerzin (UIT) en
verwijder de sleutel. De lampjes van de statusweergave (21)
gaan uit.
De scooter schakelt automatisch UIT als het voertuig
gedurende 30 minuten niet gebruikt wordt.
Om de scooter opnieuw te starten:
•
•
•
•
Rem en vrijloophendel
Vrijloophendel bedienen
Draai de sleutel in tegenwijzerzin om.
Verwijder de sleutel uit AAN/UIT schakelaar (27).
Plaats de sleutel terug in de schakelaar.
Draai de sleutel in wijzerzin om (AAN).
Vrijloophendel (14):
•
Zet de hendel naar VOOR (stand A) om
de scooter in vrijloop te zetten. De motor
is dan ontkoppeld. De scooter kan nu
manueel verplaatst worden.
•
Zet de hendel naar ACHTER (stand B)
om de motor te koppelen. Doe dit
voordat de scooter ingeschakeld wordt.
NL - 14
Sedna
2019-02
Uw scooter gebruiken