Opstellen van het systeem
Verricht de aansluitingen zoals op de volgende pagina's
staat afgebeeld.
Raadpleeg bij het aansluiten van componenten ook de
meegeleverde gebruiksaanwijzingen van die componenten.
Steek de stekker pas in het stopcontact nadat alle
aansluitingen zijn verricht.
Opmerkingen
1. Sluit alle snoeren stevig aan. Bij een los contact zal er mogelijk geen of
een gestoorde weergave zijn.
2. Trek altijd de stekker uit het stopcontact alvorens een ander snoer aan
of los te koppelen. Het aan- of loskoppelen van aansluitingen met de
stekker in het stopcontact, kan de werking van het toestel verstoren
of het zelfs beschadigen.
3. Sluit geen netsnoeren aan van componenten waarvan het
stroomverbruik hoger ligt dan de waarde die bij de voedingsuitgang
achteraan op het toestel is aangegeven.
Analoge aansluitingen
Audio-aansluitingen worden verricht met RCA-kabels. Deze kabels zetten
stereo audiosignalen om in "analoge" vorm. Dit betekent dat het
audiosignaal overeenkomt met tweekanaalsaudio. Deze kabels hebben
meestal 2 stekkers aan elk uiteinde – een rode voor het rechterkanaal en
een witte voor het linkerkanaal. Ze worden meestal bij de bronapparatuur
geleverd of zijn verkrijgbaar in de elektrohandel.
Onjuist functioneren van de microcomputer
IIndien de receiver niet functioneert of de aanduidingen op het
display niet juist zijn maar alle aansluitingen wel op de juiste wijze zijn
gemaakt, moet u de microcomputer terugstellen. Zie hiervoor "Bij
problemen".
LET OP
Installeer de apparatuur zo dat u gemakkelijk bij de stekker kunt en
deze in geval van nood onmiddellijk uit het stopcontact kunt trekken.
Dit apparaat blijft onder spanning staan zelfs wanneer de
hoofdschakelaar uitgezet is.
8
NE
Ingangsinstellingen
"CD/DVD", "VIDEO2" en "DVD/6CH" ingangen omvatten
aansluitingen voor digitale en analoge audio-ingangssignalen.
Na het aansluiten en aanschakelen van dit model, volgt u de onderstaande
procedure.
LISTEN MODE
INPUT MODE
1 Gebruik de ingangsselectie toetsen om "CD/DVD", "VIDEO2"
of "DVD/6CH" te kiezen.
2 Druk op de INPUT MODE toets.
Bij elke druk op de toets verandert de instelling als volgt:
In DTS weergavestand
1 F-AUTO (digitale ingang, analoge ingang)
2 D-MANUAL (digitale ingang)
In CD/DVD, VIDEO2, DVD/6CH weergavestand
1 F-AUTO (digitale ingang, analoge ingang)
‹
2 D-MANUAL (digitale ingang)
3 6CH INPT (DVD/6CH ingang) *
4 ANALOG (analoge ingang)
* De "6CH INPT" instelling kan alleen worden gekozen
wanneer de ingangskeuzeschakelaar op "DVD/6CH" staat.
Digitale ingang:
Kies deze instelling om digitale signalen van een DVD-, CD- of LD-
speler weer te geven.
Analoge ingang:
Kies deze instelling om analoge signalen van een cassettedeck,
videorecorder of platenspeler weer te geven.
Automatische bespeuring:
In de modus "F- AUTO" (AUTO DETECT- en DIGITAL-indicators
lichten op) detecteert de ontvanger de digitale of analoge
ingangssignalen automatisch. Tijdens de selectie van de
ingangsmodus krijgt het digitale signaal prioriteit. De ontvanger
selecteert de ingangsmodus en de luisterstand automatisch tijdens
de weergave op basis van het ingangssignaal (Dolby Digital, PCM,
DTS ) en de luidsprekerinstelling. Standaard staat automatische
bespeuring aan.
Om de receiver ingesteld te houden op de huidige geselecteerde
luistermodus, gebruikt u de toets INPUT MODE om "D-MANUAL"
(digital manual) te selecteren. Zelfs wanneer deze instelling is
geselecteerd echter, kunnen er gevallen zijn waarin de luistermodus
automatisch word geselecteerd om deze te koppelen aan een
Dolby Digital ingangssignaal, afhankelijk van de combinatie van
luistermodus en ingangssignaal.
Als in D-MANUAL-modus de geluidsweergave halverwege stopt
wegens een verandering van ingangssignalen, druk dan op de toets
LISTEN MODE.
Indien de INPUT MODE toets snel wordt ingedrukt, kan er geen
geluid hoorbaar zijn. Druk nogmaals op de toets INPUT MODE.
INPUT SELECTOR