4 Veiligheidsinstructies
► Houd niet-betrokken personen, kin‐
deren en dieren ver uit de buurt van
het werkgebied.
► Houd veilig afstand tot voorwerpen.
► Laat de grasmaaier niet zonder toezicht
staan.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de gras‐
maaier kunnen spelen.
■ Als er bij regen wordt gewerkt, kan de gebrui‐
ker uitglijden. De gebruiker kan ernstig of
dodelijk letsel oplopen.
► Als het regent: niet werken.
■ De grasmaaier is niet tegen water beschermd.
Als er in de regen of in een vochtige omgeving
wordt gewerkt, kan er kortsluiting optreden. De
gebruiker kan letsel oplopen en de grasmaaier
kan beschadigd raken.
► Werk niet in de regen of in een natte omge‐
ving.
► Maai geen nat gras.
■ Elektrische onderdelen van de grasmaaier
kunnen vonken veroorzaken. Vonken kunnen
in een licht ontvlambare of explosieve omge‐
ving brand of een explosie veroorzaken. Per‐
sonen kunnen ernstig of dodelijk letsel oplo‐
pen en er kan materiële schade ontstaan.
► Werk niet in een licht ontvlambare of explo‐
sieve omgeving.
4.5.2
Accu
WAARSCHUWING
■ Niet-betrokken personen, kinderen en dieren
kunnen de gevaren van de accu niet herken‐
nen en niet inschatten. Niet-betrokken perso‐
nen, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel
oplopen.
► Houd niet-betrokken personen, kinderen en
dieren ver uit de buurt.
► Laat de accu niet zonder toezicht staan.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de accu
kunnen spelen.
■ De accu is niet tegen alle omgevingsinvloeden
beschermd. Als de accu aan bepaalde omge‐
vingsinvloeden is blootgesteld, kan de accu in
brand raken of exploderen. Personen kunnen
ernstig letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Bescherm de accu tegen hitte en
vuur.
► Werp de accu niet in het vuur.
► De accu mag alleen bij temperaturen
tussen ‑ 10 °C en + 50 °C worden
gebruikt en opgeslagen.
0478-131-9962-C
► Dompel de accu niet in vloeistoffen.
► Houd de accu uit de buurt van metalen
voorwerpen.
► Zet de accu niet onder hoge druk.
► Zet de accu niet in de magnetron.
► Bescherm de accu tegen chemicaliën en
zout.
4.6
Veilige staat
4.6.1
Grasmaaier
De grasmaaier verkeert in een veilige toestand,
als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
– De grasmaaier is onbeschadigd.
– De grasmaaier is schoon en droog.
– De bedieningsorganen werken en zijn niet
gewijzigd.
– Het mes is correct gemonteerd.
– Er is een origineel STIHL accessoire voor
deze grasmaaier gemonteerd.
– De accessoires zijn correct gemonteerd.
WAARSCHUWING
■ In een niet veilige toestand kunnen onderde‐
len niet meer naar behoren functioneren en
kunnen veiligheidsvoorzieningen buiten werk‐
ing worden gezet. Personen kunnen ernstig of
dodelijk letsel oplopen.
► Werk met een onbeschadigde grasmaaier.
► Als de grasmaaier vuil of nat is: reinig de
grasmaaier en laat deze drogen.
► Breng geen wijzigingen aan de grasmaaier
aan.
► Als de bedieningsorganen niet werken: niet
met de grasmaaier werken.
► Monteer originele STIHL accessoires voor
deze grasmaaier.
► Monteer het mes zoals in deze gebruiks‐
aanwijzing beschreven staat.
► Monteer accessoires zoals in deze
gebruiksaanwijzing of in de gebruiksaanwij‐
zing van het accessoire beschreven staat.
► Steek geen voorwerpen in de openingen
van de grasmaaier.
► Verbind contacten van de sleutelhouder
niet met metalen voorwerpen en maak
geen kortsluiting.
► Vervang versleten of beschadigde waar‐
schuwingsstickers.
► Als er onduidelijkheid bestaat: neem con‐
tact op met een STIHL vakhandelaar.
Nederlands
87